120 de twee vrienden lang uit in den moddertot overgroote verwondering van de omstanders die niet wisten hoe ze 't met hen hadden, terwijl er geen klein gelach om hen heen opging. Het beste, wat ze konden doenwas dan ook maar lagchend weêr op te slaan en den koetsier der droschki te verwen- schendie hen met) zijn Beregies(Pas op! uit den weg!) den gewonen uitroep van de voerlieden maar die voor hen in de laatste week zulk eene andere, gevaarlijke beleekenis had gekregen dien plotselingen schrik had op het lijf ge jaagd." Dat verwondert mij nietshernam de Engelschman terwijl wij hartelijk om deze anekdote lachten; a het wordt op t laatst eene soort van instinkt, en als men dat duivel- sche vfioe! fioe floe!" van zoon ijzerbal maar eenige da gen achter elkander onophoudelijk gehoord heeft, dan valt men al eer neder dan hij. Bij al dergelijke gelegenheden, als de kogels in het rond vliegen, b het opmerkelijk, het onderscheid waar te nemen tusschen jonge soldalen en oude. an de eerste sneuvelen er velen uit gebrek aan ondervin ding daar waar de ouden goed doorkomen zelfs alleen bij het marcheren van detachementen door de loopgraven en bij het bezetten daarvan. Eens op een morgen telde ik vijftien rekruten die geblesseerd achteruit gebragt werden en maar één oud soldaat in denzelfden tijd, niettegenstaande de re kruten de minderheid bij het delachemet hadden. Ik stond eens in eene batterij in de derde parallel waar ik verscheidene jonge soldaten zich nutteloos zag blootstellen door van ach ter de beschermende schanskorven weg te gaan. iBlijft lie ver hier, jongens,' zei ik tegen hen. »Bah, we zijn er niet bang voor, kapitein," was 't antwoord. »'tDoet er niet toe," hernam ik, gij staat daar veel te gevaarlijk." Pas had ik het woord gezegd a Wishvloog er een geweer kogel uit een van de galen waarin de scherpschutters van den vijand op ons lagen te loeren en sloeg er een drie vingers van zijne linkerhand af. In een oogenblik stonden ze alle maal achter de schanskorven."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 196