De 17e eeuwse „Amsterdamse Rustingen" IJzeren schild, dat in de tweede helft van de 16e eeuw in Neurenberg is vervaardigd. Op een zwart geschilderde ondergrond is met goudverf en karmijn de voorstelling aangebracht van een allegorische figuur met scepter en bliksemschicht, welke op een leeuw rijdt. Tegen de echtheid van dit schild en nog twee andere en soortgelijke exemplaren in onze collectie, zijn vroeger bezwaren gerezen, maar bij het schoonmaken en restaureren van de tamelijk zwaar beschadigde beschilderingen kwamen bij dit en een tweede exemplaar op de rand het inge slagen keurmerk van de stad Neurenberg te voorschijn. door Drs. R. B. F. van der Sloot, conservator. Hoofd Afd. I. De restauratie van oude wapens in de werkplaats van het museum heeft zich in 1965 voor een groot gedeelte bepaald tot het schoonmaken en herstellen van wapenrustingen. In het Rijksmuseum te Amsterdam bevond zich namelijk reeds zeer lang een collectie kurassen en half-harnassen, welke voor Nederland uniek is. Op grond van hun constructie en decoratie zijn zij te verdelen in twee groepen, waarvan één bestaat uit 46 geëtste half-harnassen uit het einde van de 16e eeuw en waarvan de andere wordt gevormd door 46 gladde kurassen, welke op het einde van de 16e of het begin 17e eeuw moet worden gedateerd. De wapenrustin gen van deze beide groepen zijn afkomstig van de oude wapenkamer van de stad Amsterdam, waar zij tesamen met een groot aantal andere wapens werden be waard op het stadhuis ten behoeve van de schutterscompagnieën. In de 17e eeuw werden deze wapens en wapenrustingen overgebracht naar het nieuwe stadhuis op de Dam, waar zij bleven tot in 1808 het gebouw werd inge richt tot Paleis voor Koning Lodewijk Napoleon. Bij die gelegenheid werd de wapenkamer ontruimd en een groot gedeelte van de wapenrustingen en wapens ging verloren. Van de nog resterende wapenrustingen, welke naderhand werden overgebracht naar het Rijksmuseum, zijn vooral de geëtste half-harnassen van bijzonder belang. Het merendeel van deze half-harnassen blijkt namelijk in Milaan te zijn vervaar digd en enige onderdelen zijn zelfs gesigneerd door de harnassmid Pompeo della Chiesa, terwijl andere onderdelen zijn gedateerd: 1577, 1578, 1580, 1581 en 1588. Een gedeelte van deze groep is echter zeker nederlands werk en kan ons met behulp van thans nog ontbrekende schakels enig inzicht verschaffen in de ver vaardiging van wapenrustingen in de Noordelijke Nederlanden; een industrie, waarvan wij thans alleen nog maar weten, dat zij bestaan heeft. Bij het groeien van de collecties in het Rijksmuseum nam echter ook het ruimte gebrek toe, zodat men niet meer in staat was om deze unieke collectie half- harnassen en kurassen in haar geheel te exposeren. Toen men dan ook kort geleden besloot om in Amsterdam een afzonderlijk Historisch Museum op te richten, was daarmede de mogelijkheid geschapen om deze collectie weer op te stellen. De toestand waarin deze wapenrustingen verkeerden liet echter veel te wensen over; sedert het begin van de 19e eeuw, maar waarschijnlijk ook reeds in de beide voorgaande eeuwen, zijn namelijk de onderdelen van de half-harnassen alle uit elkaar gehaald en vervolgens op vrij willekeurige wijze samengesteld. Als gevolg hiervan komen op vrijwel alle onderdelen van deze half-harnassen verschillende geëtste randmotieven voor, terwijl bijvoorbeeld ook een aantal armstukken verkeerd zijn samengesteld. Gezien in het licht van de tegenwoordige museumkunde zou het dan ook niet zijn verantwoord om de wapenrustingen zonder meer op te stellen; het verwijderen van een aantal storende „restauraties" uit voorgaande perioden zonder al te in grijpende en historisch niet te verantwoorden wijzigingen, vereist echter een deli cate wijze van restaureren. Gezien het bijzondere belang van deze wapenrustingen heeft het Legermuseum 41

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Arma | 1966 | | pagina 46