110 moest de nieuwe versterking op den rechteroever van de Atjeh- rivier liggen, om ook de aldaar in de buurt te bouwen spoor wegbrug te bewaken. De plaatsing van de nieuwe versterking stond dus in nauw verband met het overgangspunt, dat voor die brug zou worden bepaald. Reeds in September werd in overleg met den ingenieur der Bur gerlijke Openbare Werken en den Eerstaanwezend Genieofficier door den Civielen en Militairen Gouverneur het overgangspunt voor den spoorweg vastgesteld. De toestand van de oevers in de nabijheid van het oude emplacement, welke door de rivier voortdurend werden afgespoeld, was oorzaak, dat de plaats van de brug en van het empla cement der op te richten versterking wat meer stroomopwaarts moest worden gekozen en wel even ten Zuiden van de uitwatering van de Kroëng Bangkoel (eene aftapping van de Kroëng Lingkar). Het duurde verscheidene maanden, voordat in verband met de vele andere werkzaamheden het terrein en de rivier daar voldoende opgenomen waren en de brug was geprojecteerd. Op den 28en April werd met het werk aan de brug een aanvang gemaakt, doch de voortgang werd door het vijandelijk vuur zoodanig belemmerd, dat besloten werd tot de oprichting van een defensief blokhuis, als dat te Lamsajoeng en Lamara, in de nabijheid van het emplacement van Lampermej, op den rechteroever der Atjeh-rivier. De voorbereidende maatregelen, het traceeren, waterpassen, aan voeren van materialen, hielden vijf dagen (30 April—4 Mei) aan. Den vijfden Mei had de' oprichting onder voortdurend vijandelijk vuur plaats; de bezetting kon denzelfden dag optrekken en in tijdelijk logies gedekt onder dak komende geheele voltooiing van het werk duurde tot den 14en Mei. Dit blokhuis is later verplaatst naar het snijdingspunt van de spoorlijn LampermejTjot-Iri met de Kroëng Lingkar. Intusschen was ook in April het emplacement voor de versterking bepaald en werd met den bouw op den 16en Mei een aanvang ge maakt. Palissadeering en bastion werden geheel geconfectionneerd van Java ontvangen; overigens werd de versterking van af braak van oud-Lambaroe samengesteld. Uit eene waterpassing bleek de noodzakelijkheid het terrein

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 119