5
4°. de overige posten zullen worden samengesteld uit afbraak van
de op te heffen zee- en landposten, voor zooveel noodig met nieuwe
materialen aangevuld, ook van minder permanenten aard.
5°. de aanleg vau de wegen zal geschieden volgens aanwijzing van
den Civielen en Militairen Gouverneur, onder toezicht van den Eerst
aanwezend Genieofficier.
6°. de noodige voorstellen zullen worden gedaan tot noodig
geachte uitbreiding van werkkrachten en andere onmisbaar geachte
maatregelen en zoo spoedig mogelijk eene globale begrooting van
kosten worden opgemaakt voor het geheele werk, waaronder ook
begrepen zal zijn het dadelijk voorloopig verbeteren van de posten
Pakan Kroëng Tjoet en Lamjong en de zeeposten Edi en Segii.
De voorstellen tot tijdelijke uitbreiding van het geniepersoneel en
tijdelijke afwijking van verschillende voor minder abnormale gevallen
geldende regelen werden door den Civielen en Militairen Gouverneur
in overleg met den Eerstaanwezend Genieofficier bij het Legerbestuur
en de Regeering overgebracht of voorloopig onder nadere goedkeuring
gesanctionneerd, welke handeling daarna door de Regeering werd
gehomologeerd.
Eindelijk werden ook de werkkrachten der Genietroepen ter be
schikking van het uit te voeren werk gesteld en een onbeperkte
volmacht verleend tot overplaatsing van de officieren van den staf
der Genie, overeenkomstig de eischen der uitvoering van het werk.
8. Aanvang van het werk.
Reeds den 4en Augustus, den dag waarop het bericht werd ont
vangen, dat door de Regeering besloten was tot de oprichting van de
drie posten ten Oosten van Oleh-Karang, werd het terrein bezocht,
dat volgens de kaart voor de emplacementen der op te richten ver
sterkingen door den Wd. Gewestelijken Militairen Commandant, in
overleg met den chef van den staf, was uitgekozen. Die empla
cementen waren gelegen in de nabijheid der kampongs Roem-
pit, Tjot-Iri (een onbewoonde klappertuin) cn Boekit-Karang. De
emplacementen voor Roempit en Boekit-Karang waren eveneens in
klappertuinen gelegen in laag terrein en omgeven door laag terrein,
waren ze klaarblijkelijk niet bandjirvrijeene ophooging van