7 steenen langs tijdelijke paden moest liet terrein begaanbaar worden gehouden. Alleen van de emplacementen van Roempit en Boekit-Karang konden meer gedetailleerde opnemingen plaats hebben. Het bezoek aan het emplacement te Tjot-Iri moest plaats hebben onder dekking van twee compagnieën Infanterie. In verband met het bericht, dat allereerst de houtwerken voor eene kleine versterking zouden worden aangevoerd, werd op den 21 en Au gustus begonnen met een tracé te zoeken en open te kappen voor den straatweg naar Tjot-Iri en wel tot aan de kampong Lamoedjoeng, ongeveer 550 M. van het gekozen emplacementdit werk werd echter gestaakt, omdat de Civiele en Militaire Gouverneur bepaalde dat eerst Roempit zoude worden opgericht, in verband met den te verwachten tegenstand bij de oprichting van Tjot-Iri, welke alsdan door geschut vuur uit Roempit en Lampermej zoude kunnen worden ondersteund. Den 23en Augustus werd daarop het tracé Oleh-KarangRoempit en den 25en het tracé Oleh-KarangBoekit-Karang bepaald, beide begin nende bij de versterking Oleh-Karang. Op den 30en Augustus werd met den aanleg van den weg naar Roempit een aanvang gemaakt. Beide tracés werden echter tusschen 1 en 5 September gewijzigd, dat naar Boekit-Karang zelfs tweemaal, zoodat de defiuitieve aanvang van het werk eerst kon worden gesteld te zijn ingetreden op den 5eu September. Onderwijl was tusschen Kota Radja en Oleh-Karang door de Ge nietroepen een Decauville-spoor aangelegd en werden, zooveel mogelijk, de vermoedelijk het eerst benoodigde materialen en gereedschappen daarmede naar Oleh-Ivaraug vervoerd. Hit materieel bestaat uit draagbare, rails en ijzeren wagentjes, van doelmatige stortbakken voorzien, hetwelk in korten tijd kan worden aangelegdhet heeft bij de oprichting der postenlinie onschatbare diensten bewezen. Te Oleh-Karang en Oleh-leh wei den ruime loodsen opgericht, om tot bewaarplaatsen te dienen varr de voor de drie nieuwe posten van Java uit te zenden houtwerken, die vermoedelijk wel vóór de oprichting van den post te Oleh-leh zouden aankomen en dus tijdelijk aldaar zouden moeten worden opgelegd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 16