NAAR AANLEIDING VAN HET ARTIKEL „EEN EN „ANDER OVER DE INDISCHE CAVALERIE." Ge schijnt den tooverstaf van Mozes te bezitten, waarde E. R., want zienauwelijks gewaagdet gij van het zoo laakbare stilzwij gen van de officieren van het Regiment Cavalerie iu hetgeen de belangen van hun wapen aangaat, of een cavalerist Deemt zijn nederige pen op, om hoewel a contre-coeur, aan hen die het niet weten kunnen de oorzaken van dit stilzwijgen te trachten duidelijk te maken. 't Is alsof ge nooit te Salatiga, waar het gros onzer wapenbroe ders leeft en lijdt, zijt geweestZal ik U even mededeelen, hoe het hier bij ons zoo wat toegaat? Op onze periodieke wetenschap pelijke vergaderingen worden bijna uitsluitend onderwerpen, ons wapen betreffende, behandeld wenscht een der aanwezigen iets in 't belang of op 't gebied van het vak mede te deelsn, of de bijzondere aan dacht zijner chefs en kameraden op 't een of ander te vestigen, dan wordt hem daartoe de volste gelegenheid geschonken en vindt hij steeds een gewillig oor bij den president en verder bij den regi mentscommandant. Wil iemand iets oorspronkelijks en in 't behing van 't wapen ver der mededeelen en een meer rechtstreekschen invloed op 't korps uitoefenen, welnu, hij zet zijn gedachten op 't papier dat lieve, geduldige, verdraagzame papier en biedt zijn pennevrucht langs den hierarchieken weg den regimentscommandant aan, want geen on zer mag rechtstreeks aan het Legerbestuur voorstellen doen, et pour cause! Onze chef, de hoogste en meest bevoegde autoriteit, die een oordeel kan vellen over onderwerpen, speciaal ons wapen be- Quo8que tandem abutere Catilina pa- tientia nostra! Cicero.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 181