182 Men zal alzoo in den geest van het Reglement handelen, door in het eerste geval te doen, zooals bij het formeeren van het carré en in het laatste geval, door de commando's toe te passen, die bij „voor waarts in bataille" voorgeschreven zijn. Alsdan vervallen front-, schuine marschen en zwenkingen en komt men door den flank- marsch in de nieuwe stelling. Om daarbij den kortstee weg te volgen, zal op dat uiteinde der stelling aangemarcheerd moeten worden, waar men zich het dichtste bij bevindt. Roemen wij het uiteinde, waar de den haak vormende afdeeling, in hare nieuwe positie aan de in front staande afdeeling aansluit, het aansluiting spant en het andere uiteinde buitenste uit einde. Iloe meer de haakhoek de 180° nadert, hoe verder de in colonne staande sectie van het buitenste uiteinde der te bezetten plaats verwijderd is; in dat geval zal men op het aansluitingspunt aanmarcheeren. En hoe minder de hoek van 90° verschilt, hoe kleiner de afstand tot het buitenste uiteinde wordt; men zal dan bij dat uiteinde de stelling binnengaan. Dit alles volgt reeds uit het hierboven gezegde, dat. de haakstelliug eene formatie is, die, wat hare vorming betreft, tusschen de formatie in bataille en die van het carré instaat en dat men daarom in het eerste geval hetzelfde moet doen, als wanneer men uit de colonne voor waarts in bataille komt en in het laatste geval handelt, alsof het carré geformeerd werd. Bij „voorwaarts in bataille" toch rukt men bij het aansluitingspunt en bij het carré formeeren bij het buitenste uiteinde de nieuwe positie binnen. De richting, waarin de aansluiting plaats heeft, of de grootte van den haakhoek hangt van de omstandigheden af. Deze te behandelen is de taak van hen, die arbeiden op het onmetelijke veid der Tactiek. Daarheen mogen wij onze schreden niet richten. Het zou ons voeren buiten de greuzen van het Exercitiereglement en dus ook buiten die van ons onderwerp. Indien de C.Ct. de richting of den haakhoek niet aangeeft, moet de S.Ct. het initiatief daartoe nemen. Hij betrede dan wel den uitgestrekten tactischen bodem. Hierboven werd over den haakhoek gesproken, alsof de grenzen zijner grootte 180 en 90° waren. Om die tactici tevreden te stellen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 191