211
Bespreking.
97. De patrouilles naderen een défilé. Behandeling ingevolge
punt 7 129.
Het geval wordt behandeld, dat het noodig is den omtrek van
het défilé door patrouilles uit den voortroep te laten doorzoekende
doorzoekingspatrouilles stellen zich gedurende dien tijd zoodanig op
vóór het défilé, dat hun het bezit van den uitgang is verzekerd.
98. De doorzoekingspatrouilles komen aan eene rivier, die moet
worden doorgetrokken.
Zij handelen ingevolge punt 8 129.
Bespreking, ook van het voorkomende in 61, al. 1 en 3 (waad
bare plaatsen).
99. Eene doorzoekingspatrouille nadert eene hoogte of een terrein
plooi twee der manschappen beklimmen de helling, houden halt vóór
zij aan de kruin komen, zoodat zij zien kunnen zonder gezien te worden
(punt 4 129), terwijl de aanvoerder met de overigen op korten
afstand volgt.
100. Eene doorzoekingspatrouille nadert een boschje (eenige strui
ken bij elkaar)twee der manschappen gaan er buiten omheen
hebben zij eenige passen gedaan, dan gaat de aanvoerder met de overigen
er midden doorheen.
Aan de tegenovergestelde zijde gekomen, zien zij, alvorens hun schuil
plaats te verlaten, eerst goed uit.
101. Alvorens de oefening te eindigen korte bespreking van het
behandelde „de verkenning van terreinvoorwerpen."
Leider zal hierbij den recruten opmerken, dat niet altijd die verken
ning tot in de geringste bijzonderheden zal geschieden.
Eene doorzoekingspatrouille van een marcheerend bataljon of van
eene veldwacht, die ieder oogenblik slagvaardig is, zal desnoods drie,
vier woningen voldoende doorzocht hebben met er eens tusschendoor
en langs te loopen en vluchtig binnen te kijken 128, punt 3);
voor kleinere afdeelingen of beschermde gedeelten, die uit den aard
der samenstelling minder slagvaardig kunnen marcheeren, moet dat
doorzoeken met meer nauwgezetheid gebeuren.
Ter wille van de oefening zal aanvankelijk van de recruten groote
nauwgezetheid bij het doorzoeken gevergd worden.