222 Aanvallend en verdedigend gevecht eener zelfstandig optredende compagnie. 138. Schijnvijand bezet eene stelling, gemarkeerd door witte vlaggen. Sluippatrouilles in bet voorterrein. Eene compagnie is uitgezonden om de stelling te nemen. Uitzen ding van verkenningspatrouilles, met opdracht de stelling te verken nen inlichtingen in te winnen, waar deze het zwakst en het meest gedekt is te naderen; de toestand van het terrein voor de stelling; ook van het overige omliggend terrein met het oog op omtrekking; de wegen, waarlangs de stelling is te bereiken 194, al. t). Na terugkeer der patrouilles opmarsch met veiligheidsmaatrege len 137). De colonne nadert de stelling, ontwikkeling in den gevechtsvorm, tirailleeren (aanvallend gevecht eener zelfstandig optredende compagnie). De stelling wordt genomen. Leider zendt sluippatrouille uit; voorts manschappen tot op af standen van 700, 400 en 250 Meters vóór de stelling, met last die afstanden in verschillende richtingen op voor den verdediger zichtbare wijze aan te geven. Hij laat opnemeu hoever voorgelegen terrein- voorwerpen en hindernissen, alsmede gunstige aanvalspunten zich van de stelling bevinden. Yau de gemerkte grenslijnen en van de gedane opnemingen wordt aan de sectiecommandanten mededeeling gedaan. Schijnvijand keert terug met overmacht (gemarkeerd door witte vlaggen). Verdedigend gevecht eener zelfstandig optredende compagnie. Schijnvijand wordt afgeslagen. Wij zijn hiermede gekomen aan het einde van deze methode van Onderricht. In het bijzonder aan te geven, hoedanig het kader in den velddienst op te leiden, ligt buiten ons bestek. Uit de methode blijkt, echter duidelijk, dat die opleiding hand aan hand zal gaan met die der soldaten. Ter wille toch van het wel slagen van iedere oefening zal het kader moeten worden voorbereid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 231