DE FORMATIE YAN DE YELD- EN BERD-
BATTERIJEN OP JAVA.
Het Koninklijk besluit van 28 Januari 1882 N°. 13, regelende de
formatie van het Nederlandsch- Indische leger, werd in het leven
geroepen op een tijdstip, dat de veld- en bergbatterijen op Java nog
bewapend waren met bronzen 8 cM. vooriaad-kanonnen en Coehoorn-
mortieren, doch reeds besloten was tot de aanschaffing van het stalen
7 cM. achterlaadgeschut. De in de Alg. Order N°. 36 van 1882
voorkomende formatie is dus nog gebaseerd op de oude bewapening;
aangezien echter bij het in dienst stellen van de stalen veldbatterijen
in 1884 en van de stalen bergbatterijen in Mei 1887 geen formatie
verandering plaats vond, moet wel stilzwijgend worden aangenomen,
dat daartoe ook het voornemen niet bestaat.
Na te gaan of de van kracht zijnde formatie aan billijke eischen
voldoet, is het doel van onderstaande regelen, en stel ik mij daartoe
voor achtereenvolgens te bespreken de formatie van eene veldbatterij,
die van eene bergbatterij en die van den staf der veld- en bergbatterijen.
De formatie van eene veldbatterij
Zooals bekend is, bestaat een veldbatterij uit 4, als volgt samen
gestelde liniëu
le linie6 vuurmonden op veldaffuiten met hare voorwagens,
20 linie6 gekoppelde voorwagens,
3e linie46 draagbare munitiekisten,
4C linie2 reserveaffuiten, 1 smidswagen, 1 voorraadwagen,
6 brokos en 8 stellen ranseldragers.
Wat de formatie van personeel en paarden betreft, zoo blijkt door
vergelijking van de op de bladzijden 125 en 126 van de Batterijschool,
2C gedeelte, voorkomende indeelingen op vredes- en oorlogsvoet, dat