schijnbaar onbeduidend paardje binnen korten tijd in een krachtig dier veranderen zal. Zelden komt het voor, op paardenvendutiën gemiddeld ter sterkte van 100 paarden, dat de commissie er vijftien kan vinden, welke aan de beide eerste eischen tegelijk voldoen. Prachtige paarden beneden dien leeftijd en beneden de aangegeven maat mogen niet worden gekocht, al is ook de commissie overtuigd, dat zoo'n paard een goed troepenpaard zal worden. Thans zullen daarom, naar men verneemt, de grenzen ruimer gesteld worden en zullen voor het op te richten remonte-depot ook jongere paarden kunnen worden aangekocht, waardoor de voorraad over eenige jaren stellig ruimer zal zijn. De eischen, welke men aan die paarden zal stellen, zijn niet bekend. Naar mijne meening zou men nu den minimum leeftijd op 24 jaar mogen stellen, met bepaling dat de paarden tusschen de 2| en 4 jaar eene hoogte moeten hebben van 1.25 M., die boven de 4 jaar van 1.256 M. Die tusschen 24 en 4 jaar zijn natuurlijk bestemd voor het remonte-depotde overigen voor het depot eskadron. Dat men de paarden, vooral de jonge, zorgvuldig moet kiezen, is duidelijk. Reeds nu is punt 3, hierboven genoemd, van zeer veel gewicht en behoort er heel wat paardenkennis en pract.ische onder vinding toe, om het op vendutie staande paard in den geest van dit punt te beoordeelen. Hoe jonger men de paarden moet koopen, hoe moeielijker dit zal worden en men mag dan ook in 't vervolg de commissiën van aankoop wel met meer zorg uitkiezen, dan thans somtjjds geschiedt. Terwijl in Holland voor dergelijke commissiën officieren benoemd worden, van wie men de overtuiging heeft, dat zij eensdeels door hunne jarenlange ondervinding, anderdeels door hunne groote paardenkennis, in alle opzichten voor de hun opgelegde taak berekend zijn, ziet men hier in deze uiterst moeielijke commissiën soms zeer jonge officieren benoemd, die slechts enkele jaren officier zijn en nog weinig in de gelegenheid zijn geweest de noodige paarden kennis op te doen. Bij ondervinding weet ik, hoe moeielijk de taak dier commissiën is Niet dat ik als lid reeds opgetreden bendaarvoor acht men mij met recht nog te jong officier; maar was er paardenvendutie, dan ging

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 285