279 con kwartier tegen den grond) was oorzaak dat vele paarden los raakten, aan het vechten gingen en in de duisternis slechts met moeite opgevangen en na lang tobben weer naar behooren op hunne plaatsen bevestigd kouden worden. Den volgenden morgen om b uur stond het eskadron in volle marschtenue tot het deelnemen aan de manoeuvre gereed. Na een, voor dit eskadron zeer vermoeiende manoeuvre juist omdat het zoo uitstekend werd aangewend keerde het eskadron na afloop der manoeuvre weder naar Willem I terug en werd, na een paar uren rust in het bivak, de terugmarsch naar Salatiga aangenomen. In den tijd van 24 uur werd er alzoo 24 paal ge marcheerd en gedurende 7 uren onafgebroken in zeer zwaar terrein gemanoeuvreerd (de heuvels van Merak-Matti). Des avonds om uur was het eskadron weder in slagvaardigen toestand te Salatiga en hervatte den volgenden dag zijn gewonen dienst; achterblijvers waren er niet. Andere marschen, zooals de marsch Salatiga Boijolalie, Salatiga Oenarangenz. verdienen niet minder vermelding. Hieruit blijkt tevens dat gedurende mijn verblijf te Salatiga de eskadrons uitste kend in het marcheeren in volle marschtenue, zelfs in het zwaarst geaccidenteerd terrein, geoefend waren. Vooral met het oog op onze zoozeer uitgebreide kustlijn stel ik die oefeningen van het hoogste gewicht. Eindelijk zij nog eens herinnerd aan de afstanden door de cava lerie in de Preanger gedurende de veepest afgelegd. Waar E. R. schrijft dat het paard deu voorgeschreven last niet kan dragen, omdat het te klein is, ben ik het dus geheel en al met hem oneens. Het spreekwoord„klein maar dapper" is met eenige wijziging hier van toepassing, door te schrijven „klein maar sterk". Dat het paard dien last niet kan dragen op het oogenblik dat het bij den troep komt, is natuurlijk. Gelooft men dat dit met een paard van het sterkste ras wel het geval is Neem aan dat de lichaamsbouw er zich niet tegen verzette, dan nog zou ongewoonte oorzaak zijn dat het paard zulks wel deed. Er behoort alzoo oefe ning toe en moet het dragen van deu last aan het paard geleerd wor den vooral met ons tegenwoordig troepenpaard is dit het geval, omdat het vóór aankomst bij den troep gewoonlijk slecht behandeld en gevoed is,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 288