322 Zooals uit die figuren blijkt, bestaan deze verdedigingswerken uit eeu liggende palissadeering ter hoogte van 3 M. met een gebouw daarbinnen en omringd door een horizontale draadversperring. Tiet tracé is een rechthoek van 12 M. op 6.5 M. binnenruimte, met twee rechthoekige bastions, ter flankeering van de facen. De ge bouwen bestaan uit gebinten van kajoe kasau, gedekt met gegalva niseerd plaatijzer. Onder den vloer bestaat gelegenheid om door schietsleuven te vuren, de bezetting kan tijdelijk daar logies vinden in geval van uitbreiding, 's Avonds van den dag van oprichting konden de wachthuizen worden betrokkende bezetting logeerde tijdelijk in Chineesche barakken. Zooals reeds in het historisch overzicht werd opgemerkt, noodzaakten plaatselijke omstandigheden nu en dan tot kleine wijzigingen van het tracé. 38. Oprichting der posten. Zooals in het historisch overzicht werd opgemerkt, werden reeds maanden te voren voor sommige posten de voorbereidende maat regelen getroffen, die, tot de oprichting van den post behoorende, spoedshalve te voren konden worden uitgevoerd zonder gevaar voor schade door den vijand. Tot die werkzaamheden behoorden op het terrein 1°. het openkappen van het emplacement en den omtrek daarvan 2°. het traceeren en waterpassen 3°. het egaliseereu en oplioogen van het tracé der palissadeeriug, ook wel van de geheele binnenruimte 4°. het graven der sleuven voor de palissadeering. Deze werkzaamheden geschiedden voor de meeste posten door bannelingen onder bescherming van eene dekking. Daar deze werklieden telkens in groote massa's noodig waren voor andere diensten, kon die werk niet altijd met den gewenschten spoed worden voortgezet. Men bepaalde zich dan dikwijls tot het meest noodige (Lamreng), hetgeen dan natuurlijk ten gevolge had, dat. de voltooiing van het geheel zooveel langer duurde en de be zetting dus zooveel langer onder de ongunstige omstandigheden ver keerde, die het logeeren in tijdelijke en half afgewerkte gebouwen medebrengt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 331