369
In het algemeen zou ik het onderwijs willen zien ingericht, zooalé
dit eertijds in de verbandleer aan de officieren werd gegevendit on
derwijs word namelijk als garnizoensdienst beschouwd en het was de
officier van gezondheid die les gaf. Wat het onderricht in de rechts
wetenschappen betreft, zijn de militaire commandant en de auditeur
militair de natuurlijke docentenen al is het nu niet noodig, dat
de militaire commandant die bijeenkomsten altijd bezoekt, zou hij
m. i. verantwoordelijk moeten wezen dat er voor het onderwijs in
het militair recht niet alleen werd vergaderd, maar dat de conferenties
aldaar ook nut stichtten en vruchten afwierpen.
Zij die dit lezen zullen mij tegenwerpen, dat het zoo zelden ge
beurt, dat officieren van de administratie of den geneeskundigen dienst
in gerechtelijke instructies en in krijgsraden worden geroepen. Met
andere woordenwaar men andere officieren heeft, geeft men aan
deze de voorkeur. Accoordmaar nu kom ik tot mijn conclusie,
die mij reden gaf de pen op te vatten.
Een officier van gezondheid b. v. ontvangt een overplaatsing naar
de buitenbezittingen. Niemand zal mij tegenspreken dat meermalen
de jongste officieren van gezondheid op kleine posten worden ge
plaatst. Waarom dit gebeurt, wil en kan ik wellicht niet beoor-
deelenmaar uit het oogpunt van rechtsbedeeling is deze omstan
digheid zeer zeker nadeelig. Wordt toch op zulk een post
iemand in rechten betrokken, dan is het de officier van gezondheid,
die als oudste lid in de gerechtelijke commissie wordt benoemd.
En nu hoop ik niet dat er velen zijn die zullen zeggen, dat het sop
de kool niet waard is, dat de processen marcheeren en er zelden
een kink in den kabel komt; want werkelijk de zaak is ernstiger
dan zij oppervlakkig schijnt. Men moet niet vergeten, dat van
de wijze, waarop een gerechtelijk onderzoek gehouden wordt, het
lot van den beklaagde in groote mate afhankelijk is. Bij wijze
van spreken kan door onkunde een beklaagde dicht bij de galg
gebracht worden, terwijl hij bij een oordeelkundige instructie
een betrekkelijk lichte straf zal ontvangen. Ter plaatse waar het
onderzoek gehouden wordt, soms ver van de residentie van den
krijgsraad verwijderd, zijn dikwerf aanwijzingen, getuigen, in één
woord omstandigheden, die in het voor- of nadeel van den beschuldigde
1887, Dl. II. 24