371 om aan de vorming van hen, die tot militaire rechters en rechters van instructie geroepen kunnen worden, do meeste zorg te besteden en dus af te wijken van de thans gevolgde methode, om alleen die officieren in het recht onderwijs (als men het onderwijs mag noemen) te geven, van wie men kan verwachten dat zij door ondervinding alleen en door hun vroegere opleiding er reeds eenigszins van op de hoogte zijn, terwijl zij, die er zoo goed als niets van weten, zich door eigen studie moeten bekwamen. Ten slotte, laten wjj zorgen dat wij zelf recht kunnen blijven spreken over onze soldaten. Het is zoo heel lang nog niet geleden, dat er door de onervarenheid van velen onzer reeds stemmen zijn opgegaan, om ons de rechtspraak voor een groot deel uit de hand te nemen. Dat wij ons hier met hand en tand tegen verzetten, maar dat dan onze voornaamste wapens ook hierin bestaan, dat in het algemeen ieder officier in staat zij te toonen voor de hem opgedragen taak voldoende berekend te zijn. P., Augustus 1887. O.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 380