HET NIEUWE EXERCITIEREGLEMENT VOOR DE INFANTERIE. Vervolg van bh. 349.) Derde Afdeeling. Bij het aangeven van de opstelling in deze afdeeling kon eene meer uitvoerige omschrijving verwacht worden. Er ontbreekt b. v. eene verklaring van het woord rot, dat hier voor het eerst in dien zin gebruikt wordt. Hoe waarschuwt de R. G. de manschappen zich te nummeren? Dat een blind rot altijd in het voorste gelid staat, kan slechts indirect uit 132 afgeleid worden. De bepaling, daar gegeven voor guides en blind rot betreffende het rechtsomkeert maken, komt te laat, daar in 122 het rechtsomkeert maken reeds voorkomt; volledigheidshalve behoort ze trouwens te staan in 120. Boven dien heerscht in deze paragraaf wel eenige verwarringde beide gelederen toch worden genummerd, vóórdat nog bekend is hoe groot de afstand tusschen die gelederen moet zijn. Die afstand zou o. i. wel iets grooter genomen kunnen worden tusschen de manschappen in het gelid is de ruimte vergroot, terwijl ze tusschen de gelederen dezelfde is gebleven. Het vergrooten van gelederen-afstand geeft den manschappen meer vrijheid van beweging en verhoogt de ventilatie, hetgeen vooral iu volle wapenrusting voor- deelig moet geacht worden. Nadeelen zijn er niet aan verbonden, indien de afstand van 50 cM. tot één pas vermeerderd wordtbij de vuren kunnen de manschappen van het achterste gelid, die toch eene handbreedte rechts moeten aangaan, daarbij tevens naar voren opsluiten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 423