421
moest bij het onderricht van den aanvang af alle werktuigelijkheid
vermeden worden en werd daarbij reeds onmiddellijk met het terrein
en met een onderstelden vijand rekening gehouden. Alleen om te
leeren laden en vuren in alle houdingen en partij te trekken van ver
schillende terreinvoorwerpen werd het onderwijs groepsgewijze ge
geven, maar al spoedig werd overgegaan tot het oefenen van de ge-
heele compagnie, elke sectie beurtelings.
In het reglement van 1879 heerschte wel reeds een andere geest,
maar toch had men zich niet genoeg kunnen losmaken van het denk
beeld, dat de man reeds dadelijk gebruik moet maken van het terrein.
Bij beide voorschriften wist men het aanleeren van zelfstandigheid
niet te paren aan de werktuigelijke uitvoering der bewegingen eener
tirailleurgroep. Dit hinken op twee gedachten had ten gevolge, dat
de reglementen niet geheel nageleefd konden worden en zag men het
eerste onderricht toch werktuigelijk geven op vlak exercitieterrein.
Bij het nieuwe exercitiereglement is een beter beginsel gevolgd; in
het begin worden de bewegingen, welke bij eene tirailleurlinie kunnen
voorkomen, den recruten werktuigelijk geleerd en eerst daarna het
terrein in aanmerking genomen en met een denkbeeldigen of voor
gestelden vijand rekening gehouden. In 171 wordt omschreven wat
het doel van het onderricht in het werktuigelijk tirailleeren is, te
wetende recruten bekend te maken met de beteekenis der commando's
en met de verschillende opstellings- en bewegingsvormen, bij het
tirailleeren voorkomende. Hierdoor kan b.v. in 191 geleerd wor
den, dat de tirailleur op het commando: „Halt" de beweging staakt,
terwijl eerst in 228 wordt medegedeeld, dat bij het halt houden
steeds front naar den vijand gemaakt moet worden. Evenmin is er
in 189 sprake van, dat voorwaartssteeds eene beweging in de
richting van den vijand is, er wordt nog niet aan een vijand gedacht,
Op nog een ander verschil tusschen de nieuwe en oude voorschriften
kan gewezen worden. De zelfstandigheid van den tirailleur is beperkt,
terwijl daarentegen de verantwoordelijkheid van den groepcommandant
zeer is uitgebreid. De taak van dezen is volgens het nieuwe
reglement waarlijk niet licht; zijne aansprakelijkheid is van zooda-
nigen omvang, dat men zich de vraag stelt of het niet wenschelijk
zoude zijn evenals vroeger meer zelfstandigheid te verleenen aan den