434 schappen) van het 20e bat. infanterie, te Soerabaja in garnizoen, met het schip Admiraal Buyskes naar Padang zouden worden over gevoerd. Gedeeltelijk met den Baron van der Capellen en overigens met de brik Mentor werd voorts - behalve het reeds geuoemde geschut - van Batavia gezonden een ijzeren 2-K,er met al het benoodigde mate rieel der artillerie, mitsgaders het ontbrekende tot de wapening en uitrusting der infanterie, alles zooveel mogelijk in overeenstemming met de van Raaflf ontvangen aanvragen (1). Aan het door generaal De Koek aan den Gouverneur-Generaal ingediend verslag van 1 Juli 1823 N°. 1 ontleenen wij thans de volgende mededeelingen omtrent de krijgsverrichtingen die, hoofd zakelijk in de maand April 1823, ter Sumatra's Westkust plaats hadden. Nog altijd verkeerde men in het denkbeeld, dat een aanval op Lintou noodzakelijk was en, bij welslagen, een einde zou maken aan de heerschappij der Padries. Zoodra Raaff dan ook de aange vraagde troepenmacht bijeen had, vatte hij het plan tot zoodanigen aanval weder op. Reeds bij eene verkenning, den 6en Mei 1822 gemaakt, was hem gebleken dat wanneer men althans de vallei van Lintou niet door de L Kota s kon bereiken de weg over den Marapalam verre verkieslijk zon zijn boven dien over Soeroasso en Tandjong Baroelaq, welke in Maart 1822 zonder succes gevolgd was. Verdere verkenningen, in Maart 1823 ondernomen, bevestigden zulks, en alles werd voor een tocht over den Marapalam voorbereid. Men trachtte daartoe o. a. zooveel mogelijk terreinkennis op te doen onder Raaff's toezicht werd, door zijne adjudanten den len luit. der artillerie M. van Geen en den luitenant ter zee Jhr. II. A. van Karnebeek eene „kaart van het Menangkabausche rijk" vervaardigd. Van Pagarroejoeng tot vóór den Marapalam, op geweerschots afstand van 's vijands versterkingen, was een behoorlijke weg aan gelegd bij de verkenningen was gebleken dat de bergpassen en (1) Bovenstaande opgaven vullen de leemte aan, welke volgens Lange (I, blz, 83, noot) in zijne bronnen bestond,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 443