474 welke bij de militaire administratie in gebruik, beheer of bewaring zijn. De eerste aflevering behelst: Hoofdstuk I. Harnachementsvoorwerpen, kluister middelen, poetsgereedschappen en stal benoodigd- heden; Hoofdstuk II. Hoefsmidsgereedschappen. De wijze, waarop de bewerker zijne taak heeft opgevat, komt ons voor goed te zijn. De beschrijvingen in den tekst, die op half blad zijn ge drukt ten einde veranderingen en bijschrijvingen gemakkelijk te maken, zijn beknopt en duidelijk. De toevoeging der zeer net uitgevoerde platen, welke achter elk hoofdstuk zijn aangebracht, verhoogt die duidelijkheid nog te meer. Deze bijvoeging van een groot aantal platen in de eerste twee hoofdstukken te zamen reeds elf is voor een werk als het onder havige een belangrijk voordeel. Men behoeft daardoor in den tekst niet in omschrijvingen te vervallen bij het opgeven der verschillende afme tingen; een blik op de figuur, waarop de afmetingen binnen stippellijnen zijn gesteld, geeft terstond de gewenschte inlichting. In het eerste hoofdstuk is in zoover niet aan de op het titelblad ge dane opgave voldaan, dat de bestemming der voorwerpen hier niet is aan gegeven. Nu zijn er wel vele dier voorwerpen, bij welke de bestemming reeds uit de benaming van zelve blijkt, zooals b. v. broek tot in- en ont scheping van paarden, grasmesgereedschapszak en dergelijke, maar bij andere is dit niet zoo duidelijk, en het zoude o. i. bepaald noodig ge weest zijn te verklaren, tot welk doel b. v. een cavecon, een hakstuk, een fouragestrikeen aanslagriem, enz. dient. Men kan van de magazijnsbe heerders bij de militaire administratie, voor wie deze Inventaris in hoofd zaak bestemd is, niet verwachten dat zij met de bestemming dezer tuig- deelen bekend zijn. (1) In het lie hoofdstuk is dit beter; daar is de verklaring gegeven van de bestemming van elk voorwerp, wanneer die niet als algemeen bekend moet worden verondersteld. Blijkbaar is dit geschied op het goede voor beeld van den Instructie-Inventaris der Artillerie, aan welks XHIe hoofd stuk het lie van Kogenschot met enkele wijzigingen is ontleend. In een ander opzicht komt de navolging van den Artillerie-Inventaris ons minder gewenscht voor, nl. in de vaak tot in het overdrevene voort- (1) Nadat dit geschreven was, kregen wij inzage van liet bij de Landsdrukkerij juist verschenen „Voorschrift betreffende het paardentuig en de bepakking der Cava lerie". In dit voorschrift is de bestemming Yan de meeste tuigdeeien beknopt en duidelijk aangegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 483