486 bare soldaten, dat door geen officier, die ondervinding daarvan heeft, zal ontkend worden in de garnizoenen daarentegen strekken zij, in het algemeen, noch voor het oog van de Europeeselie ingezetenen, noch voor het oog van den Inlander, der Hollandsche natie dikwijls veel tot eerde Inlan der toch ziet in den Europeeschen soldaat, hij moge Duitscher, Franschman, Engelsehman, Italiaan of van wat natie ook zijn, altijd eenen Hollander. Roeping voor den militairen stand is, in vredestijd althans, geen ka raktertrek van ons volk, vooral niet onder de mindere klassen der maat schappijvoor Oost-Indië zien ouders of voogden niet gaarne hunne zoons oi pupillen zich voor dien dienst verbinden; zij beschouwen dit veelal al léén als eene mogelijkheid voor minder oppassenden, voor welke gedachte reeds niet alleen de hooge, als lokaas aangeboden handgelden, veel bijdra gen, maar ook de voorbeelden, welke zij zien in de vertrekkenden, die zij kennen of in de terugkomenden, die zij vóór hun heengaan gekend heb ben, en in het algemeen, of zij ze gekend hebben of niet, geven die te rugkeerenden niet altijd een eervol idee van den militairen stand in Indië. Het verminderen van handgelden is echter gemakkelijker gezegd dan bepaald; daar dient iets tegenover gesteld te worden, om de eenmaal be staande vooroordeelen tegen het in dienst treden onder het volk weg te nemen, iets dat opwekking daarvoor geeft, en al heeft men dat gevonden, dan zullen die vooroordeelen misschien nog niet geheel worden weggenomen, vóór dat men duidelijke, sprekende voorbeelden onder de oogen heeft gehad. Zonder aanspraak te willen maken dat ik dit iets daarvoor gevonden zoude hebben, zoo vermeen ik echter in het belang van het Indische le ger mijne gevoelens daarover te mogen modedeelen; de uitvoerbaarheid nochtans hangt af van de Regeering, aangezien zij de voeding van het le ger, evenals bij de Marine, ten hare laste zoude moeten nemen; met het voornaamste en grootste gedeelte is dit reeds het geval, en wordt hier dan ook alleen bedoeld het daaraan nog ontbrekende bij te voegen; de onmogelijkheid zie ik daarvan niet in. Gebeurt dit, dan zou, wat het geldelijk gedeelte betreft, bij de wer ving het omgekeerde kunnen plaats hebben van hetgeen nu geschiedt, namelijk door niet den recruut hooge premiën te geven als hij zich ver bindt, maar hem geldelijke vooruitzichten te openen, als hij na expiratie van zijnen diensttjjd wil repatrieerende grootte der som afhankelijk stel lende van hem zeiven, door kortercn of langeren tijd te dienen, en welke sommen niet uit s lands schatkist zullen behoeven te worden betaald. Tot verduidelijking van deze gedachte, zal ik de soldij van den Euro peeschen infanterist, f 0.335 per dag, als grondslag aannemen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 495