501 die van Lontoor in den waan te brengen, dat de eigenlijke aanval van dien kant dreigde. Elke compagnie zoude tot 55 man ingekrompen worden, terwijl de overige 15 man gebruikt zouden worden als roeiers en als be wakers van de booten en tinggang's, namelijk bij elke boot en ting- gang 4 Javaansche gevangenen en 7 Europeanen, van welke laatsten 5 met musketten gewapend. Tegen den avond van "Woensdag, 10 Maart, liet Coen alle hoofd en mindere officieren aan boord van zijn schip, Nieuw Hollandia, te zamen komen om hun in de eerste plaats de vraag voor te leggen, of alles gereed was om gedurende den nacht te debarkeeren en met het aanbreken van den dag te landen; „waar op geantwoort wert, ja." Yervolgens vroeg Coen, of hij al dan niet zelf zoude medegaan „waerop verre by de meeste stemmen wiert verstaen, dat syn Ed. om „verscheyde merckelycke redenen niet mede soude gaen, maer dat „syn Ed. daer toe een ander, gequalificeerd persoon soude gelieven „te nomineeren." De gouverneur Houtman bood zich aan, die dan ook door Coen tot „velt-overste en mayor van 't geheele leger wert vercoren", met den kapitein van Neira, J. Coignet, als zijn „lieutenant" (adjudant) „dog so syn Ed. (Houtman), comende om te landen, niet wel en „conde boven cornen [t. w. op de steile oevers], sal in syn plaetse „'t opperste gebiet hebben de capitein Yerhoeven met capitein „Gomale als syne lieutenant." Nogmaals vermande Coen een iegelijk eer en eed te betrachten, „sonder door vreese van lyff off leven te beswyken, maer cloeck- „moedich den vyant te helpen overwinnen, met beloften, dat wie hem „extra ordinair quyt, 't selvige met een eerlycke belooninge, tsy met „verbeteringe van officie, geldt of andersints sal gerecompenseert ende „vergolden werdenende daertegens op het hoochste met der „doodt, andre ten exempel, sal doen straffen de geene, die eenige „grove fauten van flaeuwherticheyt off diergelycke soude mogen „committeeren." Toen de Bandaneezen den 11 en Maart, bij het krieken van den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 510