509 voordeel te behalen. Op zijn terugtocht ontmoette hij den luitenant N. Gurry, door Sonck op het hooren schieten afgezonden om hem te adsisteeren; „ende syn also tsaemen int quartier gecommen; de „gequetste wierden vermaeckt." Deze mislukte onderneming had eene nieuwe resolutie ten gevolge dd. 24 April 1621, inhoudende: „dat men die van Slamma, Wayer eade Ouwendender, also haer „beloften niet nae en comen ende niets goets in zin hebben, so wel „als die van Louthor en consorten sal soecken van 't landt aan boort „te crygenende dat tot dien eynde een laudtocht doen sullen omme „overal de huysinge te verbranden, het resteerende vaertuygh te „lichten ofte vernielen ende de Bandanesen door noot te dwingen by „ons te comen of van 't landt te vertrecken". In zijn brief naar Patria van 6 Mei 1621 schrijft Coen ter zake het volgende„hier op (nam. na den mislukten togt van Craeneveldt) „syn die van Slamma met vyff compagnien soldaten omsingelt ende „aen boort gebracht, stercq wesende zielen. D' andre van „Ouwendender, "Wayer, Rossengin ende Comber (daer by door verlet „van regen niet tyts genoech by comen costen) hebben haer mede „int geberchte by den hoop begeven, doot slaende een ondercoopman „met een assistent ende jongen, die by haer resideerden ende langer, „dan 't behoorde, vertoeffden. Alle de prauwen, correcorren ende „joncken hebben wy van alle plaetsen gelicht, verbrant ende stucken „geslagen. De voorsz. steden van Slamma, Wayer ende Ouwenden- „der t' eenemael geslecht ende verbrant. Die van Rossengin syn „mede van haer eylandt op 't geberchte by d' andre gevlucht. In „deser vougen syn alle de steden ende plaetsen van gants Banda in genomen ende verdestrueert, uytgesondert alleen Pulorou (Poeloe „Roen), dat in esse laten, vermits hun stille houden." Hier en daar werd den volgenden dag nog een Bandanees, man of vrouw, gepakt en bij de overige gevangenen gevoegd, waarna zij ge zamenlijk, ten getale van 1322 personen, zoo jong, als oud, naar boord werden gevoerd. Met al dit branden en gevangen nemen was men echter niet veel verder gekomen, dan dat wederom eene van Banda's wel varendste negorijen was vernietigd. Want in de hoogte lag nog een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 518