517 niet altijd gecommandeerd behoeven te wordenbij de zwenkingen b. v. kan gevergd worden, dat de manschappen weten, naar welke zijde den guide te houden, ook zonder dat dit bevolen wordt. Het bepaalde van 7 lag ook wel in den geest van de vroegere C.-S. getuige 8 daarvanmaar eerst in de B.-S. werd het bepaald voorgeschreven. Beter ware het als regel te stellen de flankbewegingen met verdub belde rotten te doen uitvoeren, maar den C.-C'. de bevoegdheid te laten hiervan af te wijken, indien hij dit noodig oordeelt 8). De verlenging der colonne en het daaruit voortvloeiend verloren raken van afstanden, steeds verbonden aan den flankmarsch op twee gelederen, kan daardoor vermeden worden. Indeeling en opstelling der compagnie. De hoofdindeeling der com pagnie in vier afdeelingen alle van dezelfde waarde en gelijkelijk bestemd om als zelfstandig onderdeel te kunnen optreden is nu eindelijk tot haar recht gekomen 9). Zoowel hier als bij de B.-S. is bij de getallen, aangevende de diepte der normale opstellingen, niet in rekening gebracht het officiers kader, de tamboers, hoornblazers, enz. Wie b. v. afgaande op die opgave, zou meenen, dat het bataljon in massa slechts eene diepte inneemt van bijna 20 pas, zal niet weinig verbaasd zijn bij eene aandachtige beschouwing van fig. 2, B.-S., te komen tot het cijfer van 55 pas. Yoor eene compagnie is de geheele diepte bij de op stelling in gesloten sectiecolonne bijna 27 pas, terwijl zij in bataille ruim 12 pas bedraagt. De opstelling der S.-Cn. is gebleven als vroeger; het zou even wel overweging verdienen te onderzoeken of aan de plaatsing achter het midden der sectie als regel, niet de voorkeur moet gegeven worden zeer zeker levert die opstelling vele voordeelen op. Enkele daarvan blijken reeds uit het reglement; bij de vuren toch, en in zekeren zin ook bij de carréformatie, moeten de A.-Cn. zich achter hunne afdeeling begeven, terwijl zij genoodzaakt zijn bij den marsch in colonne nu en dan en bij het zwenken steeds front naar de afdeeling te maken, om toe te zien dat orde en verband behoorlijk bewaard blpven. (1) Zijn de sectiecommandanten vier pas achter het midden (1) Op eenigszins oneffen terrein is dit achteruit loopen zeer moeielijk en onaangenaam.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 526