570 in de eerste plaats, wat de oefening aangaat, als de verantwoordelijke persoon aangemerkt, en is daardoor werkelijk de leider van zijn eskadron. Daarmede is ook die oude dagelijksche sleur van gesloten oefe ningen op een klein vlak terreintje verdwenen en kan men dagelijks de cavalerie in de meest zware geaccidenteerde terreinen zien. Of ficieren, kader, ja zelfs enkele manschappen zijn van terreinkaarten voorzien en niets blijft onaangewend om hun het gewicht, dat aan het gebruik dier kaarten verbonden is, aanschouwelijk te maken. Marschen, verkenningen, ja wat al niet meer, zijn aan de orde van den dag en dat de rijkunst, het schermen en voltigeeren daarbij niet vergeten worden, blijkt bij assauts, carroussels, en andere militaire feestelijkheden. De cavalerie ziet zich dan ook thans gewaardeerd worden; een feit, waarvan de beteekenis waarlijk niet gering is te schatten en waar mede wij het regiment van harte gelukwenschen. De betere be wapening, de verschillende pogingen in het werk gesteld om de remouteering gemakkelijker te maken, de bouw der prachtige manege te Salatiga waarlijk geen gering geschenk de oprichting van een remontedepot, dit alles zijn redenen te over, om ons te doen trachten die waardeering waardig te blijven. Zijn dit feiten, die voor de waardeering van de zijde van het Departement van Oorlog en het Gouvernement getuigen, de omstandigheden zijn tevens daar, welke ons die van de zijde der andere troepensoorten doen blijken. Thans ziet men toch, dat waar cavalerie bij de hand is, zij steeds in ver band met andere wapens gebruikt wordt. En dat dit alles zijne goede zijde heeft, getuigt de wijze hoe te Atjeh de ruiterij, niet alleen bij vroegere gelegenheden, maar ook onlangs bij de affaire van den 2en October haar plicht heeft opgevat. Doelmatig door de hoogere militaire autoriteiten aangewend en door hare eigene officieren ter verkenning geleid, heeft zich de cavalerie, trots de onmiddellijke nabijheid des vijands, trots het vijandelijk lood, trots het zoo zwaar geaccidenteerde terrein van een zijde doen kennen, die bij elkeen te Atjeh rechtmatige erkenning heeft opgewekt. Thans aangewend, zooals ruiterij gebruikt moet worden, heeft zij doen zien, wat van haar te verwachten is, en is

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 579