50 Verder strekken zich de elementaire lessen in de Recrutenschool niet uit, en daar ik mij slechts tot taak heb gesteld te wijzen op de ongelijkheid zoowel van commando's als van uitvoering van twee voorschriften, welke beide tot richtsnoer moeten dienen bij het onderwijs in de bajonetvechtkunst en waarvan het gebruik officieel is voorgeschreven, geloof ik aan het einde dier taak gekomen te zijn. Het was mijn doel niet af te breken, en was ik verplicht iets af te keuren, dan deed ik het uit overtuiging en gaf ik rekenschap van het waarom en daarom. Mocht mijne opvatting de juiste niet zijn, dan zal niets mij aangenamer zijn dan terechtgewezen te worden. Het zou jammer zijn als de goede bedoeling van het Legerbestuur schipbreuk leed op gebrek aan medewerking ten gevolge eener onge lijkheid, welke slechte gevolgen na zich moet slepen. Er moet geen kwestie kunnen zijn van persoonlijk inzicht of voorkeur en daartoe moet er slechts één voorschrift zijn, of twee desnoods zooals thans, maar dan ook volkomen aan elkander gelijk, voor zoover zij samengaan. Blijkt uit het voorgaande reeds dat ik Dampen 's Handleiding niet verder zal bespreken, één ding moet mij nog uit do pen. Zoowel in de lessen man tegen man, met het geweer als met sabel en lans, mis ik het uitvoeringscommando of liever, ik vind er veel te veel. Het eene gelid is N°. 1, het andere N°. 2. Neem ik nu de eerste les voor het geweer tegen het geweer, blz. 32, dan vind ik op den eersten regel het commandoVoorwaarts Stoot, Hechts Weert. Beide partijen beginnen te gelijk, maar op welk uitvoerings commando Waarschijnlijk op dat van N°. 2, maar waartoe dient dan dat voor N°. 1 als hij er niets op uitvoert? Dan liever Sieben- haar nagevolgd, die voor uitvoeringscommando het eenvoudige „Een" neemt. Dusdoende zou men krijgen: N°. 1 Voorivaarts stootN°. 2 Rechts weert Een. Voorts zou het niet overbodig geweest zijn, bij wijze van noot mede te deelen, dat alle stooten vergezeld moeten gaan van den uitval. Dat is te meer noodig, omdat in de elementaire lessen juist op die commando's slechts een halven uitval wordt verricht zie blz. 22. Kepaliiang, 13 Mei 18S7. J. D. Augustijn, le luitenant.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 59