60 maar ik wil toch volledigheidshalve de meeningen over dit ras van eenige anderen hier laten volgen. W. C. Schimmel zegt in zijne „Ilaudleiding tot de paarden kennis" o. m. „Het Javasche paard is een gedrongen dier, met een groot hoofd, „dat laag is aangezet, een nagenoeg vierkant voorhoofd en korten „vleezigcn hals, een weinig ontwikkelde schoft, min of meer opge bogen rug en lenden (karperrug), een af hellend kruis en zware „beenen. De stand der achterbeenen laat bij alle paarden van den „Archipel, maar in het bijzonder bij die van Java veel te wensehen „over, daar ze meerendeels koeliakkig zijn; ook sabelbeenen komen „enkele malen voor," en verder: „Vergelijkt men het met het paard der meer oostelijk gelegen „eilanden, dan springt vooral het verschil in vlugheid sterk in het „oog; ook mist men den vurigen blik, daar hot Javasche paard een „zacht en goedig (dom?) oog heeft. Men schrijft dit toe aan den „meerderen omgang met den mensch. Het is bovendien zeer koppig, „lui en heeft een meer stootenden gang, om welke redenen het als „militair paard niet is gezocht. Bovendien maakt de lage voorhand „het dier voor rijpaard minder geschikt." Hip pol oog, de oprichter der Kedoesche wedrennen te Mage- lang, beschrijft het Javasche paard in een nog onuitgegeven bro chure over de verbetering van het Javaansch paardenras op de volgende wijze: „Het zijn paarden van 3.8 tot 4 voet hoogte, van verschillend „haar, waarbij het bruine voorheerschend schijnt, goed gevormd, recht, „meestal groot hoofd, met kleine oogen en weinig geopende neus vleugels, breede nauwe kaken, de ooren van evenredige grootte en „goed aangezetde hals is dun, de borst smal en ondiep, de schoft „laag en kort, de schouders steil, de nierstreek met het kruis van „goede lengte, het laatste smal, de kroep rond en goed gevormd, de „staart laag aangezet; goede, vrij droge beenen, met goede hoeven. „Koeliakkige stand der achterbeenen komt dikwijls voor. Beengebre ken zijn bij hen zeer zeldzaam. In verband met de steile schou ders en smalle borst is de gang, vooral de draf onaanzienljjk, niet „verheven eu zijn ze meer voor wagen- dan voor rijdienst geschikt;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 69