61 „het karakter is slecht; ze zijn koppig, weinig leerzaam en onvatbaar „voor goede behandeling." Schimmel noch Hippoloog beschrijven beengebreken bij het Javaansche paard; alleen zegt de laatste, dat ze zeer zeldzaam zijn en ik kan mij met die uitspraak ten volle vereenigen. De Preangers hebben hunne veelvuldige beengebreken dus niet van het moederpaard. Ik heb meermalen opgemerkt, dat Javasche paarden, die pas ge kocht en nog onder den invloed zijn van slechte behandeling en slechte voeding, vrij bruikbaar zijn; doch dat duurt alleen zoolang tot ze wat zijn bijgekomen en dan begint de misère voor den eige naar. Het gebeurt niet zelden, dat ze dienst weigeren, liefst midden in een tochtze willen niet meer loopen en wanneer ze aangezet wor den, niet tot de snelste maar alleen tot gewone gaDgen, slaan ze over strengen of disselboom en leggen zich ten slotte neer. Zelfs de met ge duld en meeste zaakkennis doorgezette africhting is meestal zonder gunstig gevolg. Van zulk soort waren dus de stammoeders der Prean- gerpaarden. Schwarznecker zegt in zijn reeds meer aangehaald werk, waar hij den invloed der ouders op hunne jongen bespreekt: „Men zal ontegenzeglijk dikwijls gelegenheid gehad hebben op „te merken, dat veulens van kwaadaardige hengsten niet kwaad aardig zijn of worden, doch dat difficile en kwaadaardige merries „zeer gaarne deze karaktereigenschappen op hunne jongen overbrengen „de juistheid dezer daadzaak is aan geen twijfel onderhevig. „Doch wat is hier geërfd en wat aangeleerd? De vaders blijven „den veulens vreemd, doch met de moeder leven ze maandenlang te „zamen en leeren van haar zoowel het goede als het kwade. Men behoeft zich dus waarlijk niet te verwonderen, dat de Preangers even koppig en ezelachtig als het Javasche paard moeten en niet anders kunnen zijn en dus ook zonder de bij hun maar al te veel voorkomende beengebreken, een erfdeel hunner mysterieuse stamvaders, niet kunnen zijn, wat men noemt „goede troepenpaarden, die, zoowel „als de soldaat, onbeperkt gehoorzaam moeten zijn. lk meen, dat, indien onze cavalerie met Preangerpaarden ware opgescheept, eene buitenlandsche cavalerie veel minder van haar schokvermogen te duchten zou hebben, dan nu.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 70