74 tegenwoordige! weet, eischt het. Dat de betrokken persoon recht van verdediging heefr, wie zal liet betwijfelen Is dat nu wat wij onder het berucht geworden woord „geheim „veemgericht" begrijpen? Dan denkt het officierskorps in Duitschland daar anders over. Mogen wij generaal Kaulbars gelooven, „dan wordt ia „Duitschland de eenige straf „arrest te huis" slechts in hij zonder zeldzame gevallen toegepast. Men veronderstelt dat een eenvoudige mondelinge „bemerking volstaan moet om een officier, dien naam waardig, de begane „fout te doen betreuren en zich alle moeite te doen geven, om er niet meer „in te vervallen. Blijft de vermaning zonder uitwerking, dan beschouwt „men dit als bewijs dat bij den betrokken persoon het gevoel van eigen waarde te weinig ontwikkeld is, om de uniform te blijven dragen, en „zijne kameraden zelf zullen hem verplichten den dienst te verlaten." (1) Dat die maatregel nog al eens toepassing vindt, bewijzen de niet weinigen, die zich te Harderwijk aangemeld hebben, genoodzaakt uit het Duitsche officierskorps te treden. Dat daarbij zeer streng te werk wordt gegaan, bewijst het feit, dat de reden, die ginds tot heengaan noopte, geen beletsel was om in het Nederlandsch-Indische officiers- korps opgenomen te worden. Dat het geheim geëerbiedigd wordt, wordt bewezen doordien wij van dergelijke quaestiën nooit meer ver nemen dan het woord „Ehrensache." Woord, waardoor het korps ginds „de onbevlekte eer" als zijn hoogste goed bestempelt. Ik vraag een geheimen garnizoensraad, nadat herhaalde pogingen tot verbetering schipbreuk geleden hebben. En wat den werkkring betreft der leden van dien raad, geloof ik, dat deze ieder officier zal kunnen worden toevertrouwd. Onafhankelijk van de zienswijze van dezen raad, beslist „de raad van eer, door het Departement van Oorlog te „benoemen, of het ontslag al dan niet eervol zal zijn, en of al dan „niet onderstand verleend zal worden." Het is zeer goed mogelijk dat iemand de deugden inist, die in een goed officier vereischt wor den en hij toch een bruikbaar lid der maatschappij kan zijn. In zoo'n geval b. v. zal het ontslag gegeven worden „eervol, wegens „gebrek aan militaire deug'den", zijn daar termen toe dan tevens met toezegging van eene kleine jaarlijksche toelage. De man is zijne carrière misgeloopen, hij zoeke haar elders. In (1) Journal des So. Mil. 1886, Oct. p. 82.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 83