Be nederlaag der Italiaansche troepen bij Dogali in Abyssinië.
Wij zijn in de gelegenheid hieronder de vertaling te geven van het
officieele rapport van generaal-majoor Gene, commandant der Italiaansche
expeditionnaire troepen in Abyssinië, aan den Minister van Oorlog, omtrent
de catastrophe, die een afdeeling dier troepen bij Dogali trof en waarvan
de kort geleden in de dagbladen voorkomende berichten onzen lezers
ongetwijfeld nog in 't geheugen zullen liggen.
Dit rapport met de als bijlagen daarbij overgelegde rapporten van
majoor Boretti, die daags te voren den aanval op Dogali afsloeg en van
kapitein Tanturi, die met zijne compagnie het eerst de plaats des onheils
bereikte, geeft een vrij volledig overzicht van de geheele toedracht dezer
rampspoedige gebeurtenis.
Massoeah, 29 Januari 1887.
In den loop van den 22en Januari vernam ik, dat Ras-Alula voor
nemens was met zijne troepen stelling te nomen ten Zuiden van Saati,
in de Jaugus-streek. Weldra bevestigde zich dit bericht en bleek het,
dat hij den 24eu, tegen den middag, op 5 mijlen ten Zuiden van Saati
was aangekomen en daar kampeerde.
Den volgenden morgen (25 Januari) viel Ras-Alula onze versterkte
stelling te Saati aan, doch werd teruggeslagen, zooals blijkt uit het rapport
van majoor Boretti, militair commandant van die plaats, welk rapport als
bijlage N°. 1 hiernevens gaat. Deze hoofdofficier verwittigde den militairen
commandant van Monkullo van den uitslag van het gevecht en verzocht
hem om toezending van munitie en vivres.
De commandant van Monkullo gelastte daarop den luitenant-kolonel
De Cristoforis, om met 3 van de 5 te Monkullo aanwezige compagnieën
infanterie, twee detachementen, die den vorigen dag ontscheept waren,
eene sectie mitrailleuses en 2 officieren van gezondheid het transport te
dekken en, naar bevind van zaken, een gedeelte zijner macht te Saati
ter versterking achter te laten.