106 opwegen de hoogstbelangrijke uitgaven, welke aan den maatregel verbonden zouden zijn. Rekenende op de verstrekking van twee paar schoenen als eerste uitrusting en drie paar per jaar als periodieke vernieuwing, dan zouc)e de schoenen op 8 per paar stellende voor 16000 onbereden Inlanders (gemiddelde sterkte) bij de invoering voor eerste uitrusting een som gevorderd worden van 3 X 2 X 16000 96000 en voor vernieuwing jaarlijks f 3 X 3 X 16000 f 144000. Op grond van deze motieven meende het Legerbestuur dan ook geen gevolg te mogen geven aan het voorstel van den Militairen en Civielen Bevelhebber te Atjeh, maar zich er toe te moeten bepalen, om der Regeering van een en ander mededeeling te doen, het aan Haar overlatende te bepalen, hoe in deze verder moest gehandeld worden. De Regeering echter was van meening, dat omtrent de in Atjeh genomen proef nog geen afdoend oordeel kon geveld worden en dat het dus wenschelijk was daarmede voort te gaan, met opdracht aan den Bevelhebber om tegen het einde van 1877 nader daaromtrent te rapporteeren. In Februari 1878 werd aan die opdracht voldaan en werden daarbij tevens wederom afschriften overgelegd van de rapporten der com mandanten van de korpsen, die in den loop van 1877 aan de expe ditie naar Samalanga hadden deelgenomen. Een dier commandanten was van meening, dat het niet wenschelijk was door te gaan met de verstrekking van schoenen en slobkousen aan de Inlandsche militairen op den voet, als zulks het laatste jaar bij de veldbataljons in Atjeh had plaats gevonden. De verstrekte schoenen en slobkousen waren niet gewild, zoodat de militairen ze te Samalanga wegwierpen, waarvoor de reden even wel, volgens rapporteur, gezocht moest worden in de omstandigheid, dat de schoenen niet pasten. De voet van den Inlander, die gewoon is blootsvoets te loopen, is uit den aard der zaak naar verhouding breeder dan de voet van een Europeaan. Een schoen, voor dezen laatste bestemd, zal den eerste niet passen. Heeft de schoen de lengte van den voet, dan zal hij in den regel te smal zijn; moet hij de breedte hebben, dan zal hij te lang zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 125