159 - vestingwallen, en dat ook de aandacht van onze Nederlandsche ves tingbouwkundigen daarop is gevallen. Het schijnt geen twijfel meer over te laten, of al het geschut op de wallen zal voortaan in gedekte standen moeten worden opgesteld, en in de eerste plaats zal het dus noodzakelijk zijn, na te gaan, welke dikte die dekkingen behooren te bezitten, om bestand te zijn tegen den schok van de grootste te verwachten, met schietkatoen of andere dergelijke brisante springmiddelen gevulde granaten. Daartoe is bij Krupp besteld een achterlaad-mortier van 21 cM. met eene hoeveelheid daarbij behoorende projectielen, welke vuur mond, zooals men weet, tot de bewapening van de Duitsche bele- geringstreinen behoort. Daarmede zal in de legerplaats bij Olden- broek op door de Genie te ontwerpen en te vervaardigen dekkingen worden gevuurd. Dit materieel was in Mei jl. reeds in het kamp, en was eene bezichtiging zeker wel waard. Men moet deze projec tielen gezien hebben, om zich een denkbeeld te kunnen vormen van de ravage, welke daarmede in de open geschut-emplacementen zoude worden aangericht. De vuurmond zelve gaf door zijne lengte meer den indruk van een houwitser dan van een mortier. Het zal zeker belangwekkend zijn ter zijner tijd den uitslag van deze proefneming te vernemen. Blijft het voor den infanterist en den cavalerist steeds eene moei lijke zaak tactische oefeningen te ontwerpen, welke zooveel mogelijk de omstandigheden nabijkomen, waaronder zij in het werkdadige den vijand zullen te bekampen hebben; wat betreft den artillerist is dit nog veel meer het geval. In de eerste plaats leggen de voorhanden middelen, vooral de beschikbare terreinen, allerlei hinderpalen in den weg en ten andere zijn de handelingen bij de bediening van het geschut zoo gecompliceerd, dat de gewichtigste invloeden juist met geene mogelijkheid zijn na te bootsen. Ten allen tijde is de scherpzinnigheid van de artillerie-officieren er op gericht geweest, binnen den kring van het voorhandene en mo gelijke, oefeningen uit te denken, waardoor officier en mindere in de werkzaamheden tegenover den vijand ingewijd wordeD. Niet alleen dat het houden daarvan de tactische bedrevenheid in hooge mate

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 178