zal vermeerderen, maar het zoeken en toepassen er van heeft ook de verdienste het wapen, als ik het zoo noemen mag, geëveilleerd te houden, terwijl anders de exercitiën van de vestingartillerie in de garnizoenen lichtelijk dien eentonigen sleur aannemen, welke niet genoeg gebrandmerkt en tegengegaan kan worden. Voorzeker heeft men in de laatste jaren ook in Indië. vooral bij de bereden artillerie, in deze veel verbeterd; ik noem slechts het inschieten met seinkardoezen en het nabootsen van 's vijands vuur met behulp van schijnvuren. In het kamp te Oldenbroek zag ik door de compagnieën vesting artillerie oefeningen houden in het richten en schieten op zich be wegende doelen, waarvoor slechts zeer eenvoudige hulpmiddelen ver- eischt worden, en die ik daarom gaarne voor onze Indische vesting artillerie, voor wie het veld van dergelijke oefeningen toch niet zoo bijzonder ruim geweest is, zou willen aanbevelen. De bedoelde methode, uitgedacht door den Franschen artillerie kapitein Tariel. is beschreven geworden in een opstel in de „Revue d'artillerie" en zal dus hoogstwaarschijnlijk wel reeds de aandacht van den een of andereu ïndischen lezer van dat tijdschrift hebben getrokken. In het eerst dacht ik de vertaling oi het uittreksel van bedoeld artikel, hetwelk ik aan de schietschool heb overgenomen, hier mede te deelen, doch ik heb dit nagelaten, overwegende, dat het wel voldoende zal zijn, er de aandacht op te vestigen, dat ik de Nederlandsche officieren in de legerplaats met ingenomenheid van deze oefeningen heb hooren gewagen. Het zoude mij intusschen zeer veel genoegen doen, indien ik mocht vernemen, dat men in Indië mijne aanbeveling niet noodig gehad heeft. Werden door mij in de eerste bladzijden van dit stukje de redenen ontvouwd, welke mij nopen mijnen collega's van het Indisch leger, met verlof hier te lande, uit het oogpunt van leering, het bezoeken van den cursus aan de schietschool met warmte aan te bevelen, zoo wijs ik hen ten slotte er nog op, dat, ook in andere opzichten, zij zich dat bezoek niet zullen hebben te beklagen. Integendeel, ik houd mij overtuigd, dat de meesten, evenals ik, met onverdeeld genoegen aan deze maand zullen terugdenken. 160

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 179