185 nog overvoerd van dit geschut met al den nasleep van dien) met gerioge kosten te benutten, namelijk door ze tot achterlaadkanons te transformeeren, te beringen en te tubeeren. De voordeelen daar van zijn een ieder duidelijk 1°. De bediening geschiedt gemakkelijk en vlug, vooral merkbaar bij zware stukken achter dekkingen. 2°. De diepte der emplacementen wordt kleiner, de keuze der geschutemplacementen daardoor ruimer. 3°. Door de volledige opheffing der speelruimte verkrijgt men: a. volledige Ausniitzung der buskruitgassen, waardoor eventueel de lading kan verminderen b. de geleiding der trekken en daardoor meerderen waarborg tot treffen c. dat stuk zoowel als projectiel beter tegen het schot be stand zijn. 4°. Het puntprojectiel is zwaarder dan het ronde projectiel van gelijk kaliber; vandaar meer arbeidsvermogen, dus meer schootsverheid, meer indringingsvermogen, meer dracht, meer trefkans, meer spring- uitwerking. Spanje tubeerde in 1882 een gietijzeren kanon van 15 cM. met een dubbele stalen voering, die tot aan de tappen reikte. Dit kanon woog wel is waar 6300 KG., terwijl de 15 cM. L. van Krupp slechts een gewicht van 4750 KG. heeft, maar de dubbele voering maakte 't mogelijk, het ladingsquotiënt op te voeren tot -tAp (Krupp gebruikte 17 v en het kanon verkreeg al de voordeelen van ach- terlaadgeschut. Laterin 1883 goot Spanje stalen 15 cM. kanons, bestaande uit een gietstalen kern met Puddelstalen mantel. Niettemin ging het voort met het tubeeren van den gietijzeren 15 cM. en van eenige 21, 25 en 30 cM.'s. De weerstand steeg tot 2800 KG. per cM>. en de stalen ziel weerstond beter dan gietijzer de scheikundige en physische werking der buskruitgassen. De geldmiddelen waren echter niet voldoende, om met het tubeeren voort te gaan de kerns moesten van Creusot (Frankrijk), Whitworth (Engeland) en van de Wittener Fabrik (Pruisen) komende staalbewerking stond toen nog niet op 49.7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 204