222 ken van de depots in Madras (behalve de olifanten en de katneelen, waar op niet gerekend mag worden), geeft een trein met een capaciteit van 320.383 KGf., waarmede dus ruimschoots in de behoefte voorzien wordt. Voor den trein van eene overzeesche expeditie of een expeditie naar een ver verwijderde landstreek, waarbij dus alle troepen, van de helft van hun trein voorzien, in het bezit daarvan blijven en alleen gerekend is op de transportmiddelen, welke zonder bezwaar per spoor of over zee kunnen worden vervoerd, zijn beschikbaar - Hiermede kan eene troepenmacht van 13500 man gemobiliseerd en geheel uitgerust worden voor den dienst in een warm klimaat, of wel eene macht van 10000 man op denzelfden voet, maar voor zien van levensbehoeften voor 12 dagen. Zooals reeds met een enkel woord gezegd is, moet de uitbreiding van de parken der depots geschieden door de treinofficieren, hierin bijgestaan door de burgerlijke ambtenaren en de officieren van den Gfeneralen Staf. Hie uitbreiding met lastdieren en voertuigen, bij de bevolking in gebruik, kan echter alleen dan snel en met vrucht geschieden, wanneer men te voren weet waar die middelen te vinden zijn; wanneer zij te voren zijn ingedeeld en er schikkingen zijn ge troffen voor het verzamelen op geschikt gelegen punten. Om dit doel te bereiken, worden door de treinofficieren der depots kaarten van hunne afdeeling vervaardigd, waarop alleen voorkomen de wegen, bevaarbare rivieren en spoorwegen en de voornaamste steden en dorpen met hunne namen; van uit de punten, welke ge schikt en bestemd zijn om tot verzamelingspunten van den gerequi- reerden trein te dienen, worden cirkels getrokken met stralen van 10, 20 en 30 Engelsche mijlen, aldus kringen vormende op één, Karren Karren Capa Muildieren. ossen. voor 2 paarden. voor 1 paard. citeit, in KG. In de depots v/d Punjaub. 500 100 79860 van Bengalen 750 250 300 203280 Bombay 500 250 145200 B B B B Madras. 250 750 250 50 192390 Totaal. 2000 1000 900 50 .620730

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 241