235
De formatie van een af deeling lichte karren bedraagt:
In de instructie-depots moet een voorraad uitrustingsstukken aan
wezig zijn en een stuk grond worden gehuurd, alwaar de noodige
loodsen en woningen moeten worden opgetrokken en gelegenheid
moet bestaan tot het verrichten van de noodige werkzaamheden; een
som van 200 roepijen per maand is daarvoor voldoende.
Bij deze depots moeten standmodellen aanwezig zijn van alle
tuigen, voertuigen als anderszins, die in tijd van oorlog kunnen
noodig zijn en moet aanteekening gehouden worden van alle werk
plaatsen in de afdeeling, alwaar in zekeren tijd een bepaalde hoe-
Dl. II, 1890. 15
Op voet van vrede.
Op voet van oorlog.
50 karren.
250 karren.
100 trekossen.
500 trekossen.
2 jemadars.
1 treinofficier.
4 duffadars.
2 warrant officers.
55 drijvers, nl. één voor elke kar en
10 jemadars.
10-g- reserve.
20 duffadars.
1 salutri.
275 drijvers.
1 hoefsmid.
3 sslutris.
1 smid.
2 hoefsmeden.
2 smidshelpers.
8 smeden.
1 timmerman.
6 smidshelpers.
1 smeerder.
3 timmerlieden.
1 gomashta.
3 smeerders.
9 Trr A(vnnn
U VV Cg tjl a.
1 peon.
2 gomashta's.
Op voet van vrede.
Op voet van oorlog.
100 karren.
600 karren.
100 trekdieren.
1 treinofficier.
2 jemadars.
2 warrant officers.
4 duffadars.
12 jemadars.
110 dry vers, nl. één voor elke kar en
24 duffadars.
10£ reserve.
660 drijvers.
1 salutri.
2 salutris.
1 hoefsmid.
2 hoefsmeden.
1 smid.
3 smeden.
2 smidshelpers.
3 smidshelpers.
1 timmerman.
3 timmerlieden.
1 smeerder.
3 smeerders.
1 gomashta.
2 wegers.
1 peon.
2 gomashta's.