317 Bij de kampong gekomen, die slechts uit drie huizen bestond, werd de woning van Abdoellah aan drie zijden omsingeld; YanEmdetrad, door eenige soldaten gevolgd, binnen. Abdoellah zwaar gewond op de baleh-baleh liggende, liet zich zonder tegenstand te bieden naar bui ten voeren. Onder voorwendsel in onze beoting betere geneeskundige hulp te kunnen verkrijgen, zoude hij de colonne volgen. Reeds wilde men de trap van het huis afgaan, toen Abdoellah door het prevelen van een vers uit den koran, waarschijnlijk een vau te voren afge sproken teeken, het sein gaf tot amok maken. De patrouille werd eensklaps door negentien dweepzieke Maho- medanen, meest familieleden van den gevangene, overvallen. Met hunne breede zwaarden en krissen wierpen zij zich op de soldaten en richtten zij een groot bloedbad aan. Zelfs brachten vier vrouwen een soldaat, die hen beschermen moest, zeventien diepe wonden toe. Yan Emde was met wonden overdekt en stierf eenige oogenblik- ken later. De Atjeh-oorlog levert ontelbare voorbeelden van overvallingen. Een uit vele. Den 2en Februari 1876 moest de kapitein Van Swieten een trans port, bestaande uit 47 gewapende en 13 ongewapende militairen, naar Atoë geleiden. Doordat het detachement aan het hoofd te vlug marcheerde, werd de colonne zeer lang en kon de achterhoede niet volgen. De commandant der laatste verzocht herhaalde malen den pas in te houden aan het hoofd. Dit geschiedde niet en de colonne geraakte langzamerhand geheel uit haar verband. Eensklaps gaven de Atjehers, die zich tusschen Paggar Ajer Missigit en Atoë in hin derlaag hadden gelegd, een salvo af, kwamen onmiddellijk daarop uit het kreupelhout te voorschijn en stortten zich met de blanke wapenen op het transport. Van de ontstane verwarring gebruik makende, richtten zij in korten tijd zulk een bloedbad aan, dat het slechts 13 personen gelukte, Atöe te bereiken. Lijdt de Inlandsche vijand de nederlaag, dan verspreidt hij zich en iedereen vlucht op zich zelve. Zijn materieel verlies is niet groot, daar hij niets bij zich heeft dan zijne wapenen. Vervolgd kan hij in den regel niet worden, doordat wij onbekend zijn met het terrein en ook onmogeljjk de dichte bosschen kunnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 336