327 Klingie af. De bezetting aldaar was echter op hare hoede en weldra bleek, dat de bemanning der vaartuigen met vijandelijke bedoelingen gekomen was. Zij begon de vijandelijkheden met het lossen van een schot op de benting uit eene lilla. Het was avond, doch de prauwen waren verlicht. Yoorop voer eene groote, fraai beschilderde en uitgedoschte prauw, waarop zich de muziek, de tandakkers en de voorvechters be vonden. Op deze prauw werd een 6 ponder door den 2en luitenant Uhlman gericht, met zulk eene juistheid dat zij in tweeën geschoten werd. Met een verlies van zestig dooden moest de vijand terug trekken. Later is gebleken, dat de aanval van de rivierzijde ge paard moest gaan met een van de landzijde, welke laatste onder leiding van Radja Tiang Alam zelve, aan het hoofd van 300 man, zoude geschieden. Door de voorbarigheid van den vijand op de rivier en inziende, dat zijne plannen nu ontdekt waren, keerde hij, hoewel in de onmiddellijke nabijheid zijnde, met zijne troepen terug. In 1856 werd den 12en Juni 1856 onze post te Loemar door de Chineezen onder aanvoering van Lioe-tsong overvallen. De comman dant, de le luitenant Mekern, werd 's avonds om 10 uur en ten tweeden male om 12 uur gewaarschuwd, dat dien nacht een overval zoude plaats hebben. Hij sloeg hieraan geen geloof en nam geene meerdere veiligheidsmaatregelen dan andere dagen geschiedde. Om streeks 2 uur kwamen de Chineezen opdagen. De schildwachten, die hen bemerkten, gaven vuur, doch konden het binnendringen niet beletten. De luitenant Mekern, die zich na het vallen der schoten naar zijne manschappen wilde begeven, werd ter stond, nadat hij zijne kamer verlaten had, door sabelhouwen ver moord. De bezetting verdedigde zich dapper en slaagde er in de Chineezen uit do benting naar den passar te verdrijven. De ver sterking zelve was in brand geraakt, doch in weerwil daarvan hiel den zich de heldhaftige verdedigers op de puinhoopen staande tot dat ontzet kwam opdagen. Den 30en Juni 1859 tijdens den Bandjermasinschen oorlog trachtte eene vijandelijke bende 's namiddags omstreeks 5 uur den kraton te Martapoera te overvallen. Een duizendtal goed gewapende Dajakkers, onder aanvoering van den Demang Lehman, rukte tegen den kraton

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 346