334 examens op lagere scholen, hoogere burgerscholen enz. schriftelijk te doen afnemen zoo vragen wij ons af, of het niet veel beter is dit toelatingsexamen ook voor een groot gedeelte mondeling te doen afnemen. Met het bezwaar, dat de geëxamineerden bij een mondeling examen minder goed zullen antwoorden, behoeft men voor personen, die reeds een positie in de maatschappij bezitten en zich zelf aanmelden om het hooger militair onderwijs bij te wonen, geen rekening te houden. En hoe groot zijn daarentegen de voordeelen van een mondeling examen? Een goed examinator en laten wij ei- schen, dat men dezen alleen kiezen zal, weet bij een mondeling examen den candidaat veel beter te taxeeren dan bij een schriftelijk. Door verder te vragen, door dieper af te dalen in détails, kan hij nagaan tot hoever zich de kennis van den adspirant uitstrekt, terwijl hij aan den anderen kant dikwijls door met een enkel woord den afdwalende weder op den rechten weg terug te brengen, hem rechtvaardiger kan taxeeren, dan hij het schriftelijk denzelfden persoon zou kunnen doen, als deze op zijne vergissing voortbouwende, zich er al dieper en dieper inwerkt en dikwijls zijn fout eerst bemerkt of herstellen kan als het te laat is. Het is waar, het zal dikwijls moeielijk gaan bij een mondeling examen aan allen dezelfde vragen te stellen. Toch kan in die rich ting veel gedaan worden. Bijv. denken wij ons een ruime zaal met 6 tafeltjes, aan elk tafeltje een examinator die een adspirant bijv. uur bezighoudt. In drie uur tijds kunnen 6 adspiranten dan in bijv. 6 verschillende vakken of ook in minder vakkeu, als de verschillende examinators in hetzelfde vak vragen stellen, geëxamineerd worden, waarbij het dan zeer goed mogelijk is dezelfde vragen te doen. Dat deze methode met kleine wijzigingen ook is toe te passen als men meer personen moet examiueeren is duidelijk genoeg. Doch laten wij het aan de examen-commissie over, aldus in détails af te dalen. Een mondeling examen komt verder en dat is toch zeker billijk ten goede aan hem, die gebruik wil maken van het feit, dat de kennis van de Maleische of Javaansche grammatica tot aanbeveling strekt. 2°. De artikelen 7 t/m 9 van het oude Reglement, die de wijze van taxeeren der door den adspirant geleverde antwoorden aangeven, zijn vervangen door de artikelen 7 en 8 van het nieuwe reglement en voor zoo verre wij kunnen nagaan, ligt in deze wijzigingen het zwaartepunt van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 353