335 het nieuwe Reglement. Om te beginnen zijn in het nieuwe regle ment de grenzen waarbinnen men taxeert enger gemaakt. Waarom? Yoor een juistere taxatie? Zou het doel dan niet beter bereikt zijn met die grenzen juist ruimer te maken en bijv. te taxeeren zooals dit bij examens op de Kon. Mil. Academie in Breda gewoonte was tusschen 70 en 0. Yooral de grens tusschen 4 en 3, voldoende en onvoldoende, is voor een examinator niet zoo gemakkelijk. Tusschen 40 en 30 blijft dit eenvoudiger. Er zijn bijv. 6 exa minatoren, waarvan er een na lang weifelen voor een zekere vraag een 3 toekent, de 5 andere examinatoren kennen een 4 toe, want geen van hen zal diezelfde vraag waarschijnlijk met een 5 taxeeren. De vraag is dus onvoldoende. Bij onze taxatie had de eerste examinator misschien 35 toegekend en de andere examinatoren omstreeks 40 dus bijv. 39, 41, 42, 42, en 43. De vraag was dus nu voldoende geweest. Gfrooten invloed zal dit alles echter wel niet hebben, wij geven dat den lezer volgaarne toe, doch juist daarom vragen wij, waartoe de bestaande regeling gewijzigd? Yolgens het oude reglement wezen de leden bij onderling overleg of zoo noodig bij meerderheid van stemmen het cijfer aan, dat den adspiraut voor elk antwoord moest worden toegekend, terwijl de president bij staking van stemmen moest beslissen. Dat aan een dergelijke gemoedelijke wijze om over het lot van menschen, die zich aan een examen onderwerpen, te beslissen, een einde wordt gemaakt, moeten wij ontegenzeglijk toejuichen; ieder examinator toch, hoe ervaren hij ook moge wezen, treft allicht onder de geëxamineerden iemand aan, dien hij onwillekeurig hooger of lager taxeert en wiens belangen hij als het op stemmen en praten aankomt misschien meer of minder warm zal behartigen. De vraag is nu echter of de wijziging weder een gelukkige is: „De president en de leden taxeeren ieder voor zicli elk antwoord volgens een stelsel van cijfers enz. enz." Gaarne gelooven wij, dat ons Indische leger knappe officieren telt, doch dat men zoo heel gemakkelijk 6 personen (wij laten den secretaris er nu nog buiten) zal vinden, die ieder voor zich elk antwoord kunnen en durven taxeeren, betwijfelen wij zeer sterk. Het zal wel onnoodig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 354