345 bereiding van het gas te beginnen, toen de Heer Spencer, met het oog op de ontwikkeling van knalgas en de gevaren aan de behandeling van zwavelzuur verbonden, bezwaar maakte om de vulling in de duisternis of bij lantaarnlicht te verrichten. De werkzaamheden werden daarom tot den volgenden dag uit gesteld en het bleek toen ook werkelijk dat dit bij de primitieve inrichting tot ontwikkeling van het gas veel beter was. Een der kleine flesschen of glazen trechters tot overschenking van het zwavelzuur kon licht breken en dan zouden in de duisternis veel ernstiger ongelukken kunnen ontstaan dan overdag. In den morgen van 19 Juli werd ten 7 ure 35 minuten het eerste gas uit den toestel in den ballon aangevoerd, welke vooraf voor ongeveer met dampkringslucht was gevuld. Ongeveer ten 5 ure n. m. oordeelde de Heer Spencer dat de ballon voldoende stijgkracht had en kort daarop deed hij, vergezeld van den majoor van den generalen staf F. J. Haver Droeze, de eerste opstijging. Toen de kabel ruim 100 M. was uitgevierd en de ballon eene hoogte van ongeveer 90 M. had bereikt, bleek het dat men (zonder ballast) niet hooger kon stijgen en geene grootere lengte van den kabel kon dragen. De ballon werd daarop neergehaald en nadat ook nog de luitenant kolonel F. Pompe van Meerdervoort met den Heer Spencer was op gestegen, werd de proef gestaakt en de gevulde ballon met aard- zakken vastgezet. Den volgenden ochtend bleek de ballon slechts weinig gas te heb ben verloren. Te half negen waren volgens berekening nog 80 M3. gas ontwikkeld en in den ballon gevoerd en de stijgkracht was toen voldoende om behalve de beide personen nog 5 zandzakken 100 KG. te lichten, zoodat zij ruim 450 M. kabel kon dragen. Ten 8 ure 35 minuten steeg de majoor Haver Droeze met den Heer- Spencer, en twee zandzakken als ballast, op in eene richting nagenoeg loodrecht boven de ankerplaats. Op 70, 120, 197 en 230 M. werd gestopt, daarna gedaald en op 180 en 90 M. weder gestopt. Ten 9 ure 27 minuten was de ballon weder ter aarde. Voor de opstijging tot 230 M. zonder de halten) werden 8'25 vereischt, voor de daling 8' 19" deze laatste geschiedde echter met opzet langzaam. Dl. II, 1890. 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 364