346 Gedurende deze opstijging kwam men tot de volgende resultaten: Dat men de schepen in de binnenhaven van Tandjong Priok (afstand 9-g- KM.) niet kon waarnemen, wel die in de buitenhaven (11 KM.) en die op de reede (12 KM.). Het wachtschip was van de andere vaartuigen te onderscheiden. Dat men de strand batterijen niet, de moerassen en lagunes wel kon waarnemen (afstand 5 a 7 KM.). Dat de exercitie-batterij te Meester Cornelia niet kon worden gezien (afstand 5 KM.). Dat men in een cirkel van ongeveer 5 KM. kon waarnemen waar de sawahs nat of droog waren. Dat echter de kampongterreinen op eenigen afstand, bijv. achter het huis van Raden Saleh (2 KM.), eene massa vertoonden, waarin nagenoeg niets met zekerheid te herkennen is behalve groote Euro- peesche gebouwen. Dat men op de Westzijde van het Koningsplein (1|^ KM.) onder het geboomte voertuigen kon zien rijden en menscheu kon zien, dat men op Passar Bahroe (1 a 1^- KM.) de menschen duidelijk voor de huizen zag, terwijl de groote weg naar Meester Cornelis tot over een afstand van 3 KM. en het Goenoeng Sahari kanaal tot aan de monding (bijna 6 KM.) duidelijk te volgen waren. Dat wellicht enkele bijzondere gevallen uitgezonderdeene hoogte van ongeveer 100 M. het beste en duidelijkste gezicht op het ter rein geeft. Eene tweede opstijging van den Heer Spencer en den 2eB luitenant der genie E. J. de Rochemont tot 100 M duurde 2'28", terwijl voor de daling 3'40" werden gebruikt. Aangezien gebleken was dat de bereiding van het gas voldeed en de inrichting van den ballon voldoende was tot het doen van waar nemingen, werd deze aangekocht, dadelijk geledigd, in de bergplaats gebracht en vervolgens in een groote mand verpakt, waarbij minerale talk tusschen de plooien werd gevoegd om het plakken van het vernis en bederf van het omhulsel te voorkomen. Den 24en Augustus werd de ballon met de inrichting tot bereiding

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 365