- 80S
1. Ëen stelsel vari verdediging, berustende op geschut zonder
een mijnstelsel, is zeer goed mogelijk; het omgekeerde echter niet.
2. De verdediging door middel van geschut is actief, die door
middel van mijnen is passief.
3. De vernieling der mijnen is meer eene quaestie van tijd dan
die van het geschut.
4. Het geschut kan steeds gereed zijn, een mijnstelsel eisclit
eene zorgvuldige voorbereiding.
De mijnen moeten cnder bereik van het eigen geschut zijn, anders
kost hare opruiming weinig moeite. Het doel van de mijnen is dan ook.
1°. Den aanvaller een deel van het vaarwater te ontzeggen.
2°. Hem langer onder vuur te kunnen houden.
Hieruit blijkt dus dat de geschutbewapening alhoewel de eerste
factor, toch in het nauwste verband staat met de onderzeesche mijnen
en de hindernissen.
C. De torpedo's.
Het eigenlijke verschil tusschen de mijnen en de torpedo's bestaat
daarin dat de laatste niet aan een vaste plaats zijn gebonden; het
zijn niet anders dan onderzeesche projectielen.
De torpedodienst behoort dus ook geheel te huts in handen der
marine of artillerie, en niet zooals in sommige landen bij de genie.
D. De bewapening te water.
Deze zal voornamelijk bestaan uit bewakingsbooten en jagers
welke als het ware de vooruitgeschoven posten vormen van de ver
sterking. Zij zullen door hunne zwakke bewapening niet actief kunnen
optreden, doch den vijand steeds verkennende, gebruik makende van
hunne groote snelheid, de éclaireurs van den verdediger zijn.
Alleen zullen zij actief kunnen optreden bij de verdediging der
mijnstelsels, omdat de opruiming daarvan, door booten van hunne
grootte en bewapening zal geschieden.
E. Het electrisch licht.
Ten einde bij de toepassing van het electrisch licht tot een ge=