391 is niet aan het noodige ontbreekt, omdat de trein niet in zijn geheel of eerst gedurende den nacht aankomt. In Indië daarentegen, waar de vivrescolonnes een bron van moeie- lijkheden en een blok aan het been van de bevelhebbers zijn, is men onverbreekbaar aan de treinen vastgeketend, omdat de noodvoorraad en wat er mede in verband staat tot dusver niet geregeld is. De regeling van den noodvoorraad moet dus samengaan met of beter nog worden voorafgegaan door een ernstig onderzoek naar het geheele uitrustingsvraagstuk, omdat de soldaat thans zonder nood voorraad reeds veel te zwaar belast wordt en de uitrusting onzaak kundig samengesteld, zonder stelsel en onpractisch is, terwijl de maximum verhouding, aangenomen voor het gewicht van den last en dat van den militairen drager, overschreden en met het klimaat niet genoeg rekening gehouden is. De volgens de bestaande voor schriften uitgeruste Europeesche soldaat draagt een gewicht van ongeveer 23 KG. en de Inlander ongeveer 20 KG.; met noodvoor raad voor twee dagen ongeveer 2.5 KG. meer. De Europeanen zijn dus belangrijk zwaarder en de Inlandsche soldaten even zwaar be pakt als de koelies van den trein, wier vracht niet boven de 20 KG. mag gaan en die over dag niet vechten en 's nachts geen wacht doen. Hoe kan de vereischte marschsnelheid in zoo'n toestand verkregen worden, waar men meer met lastdragers, gedeeltelijk nog wel op bloote voeten, dan met een mobielen, voor het gevecht geschikten troep te doen heeft. Ik neem derhalve aan dat het uitrustingsvraagstuk in verband met den noodvoorraad zoodanig is opgelost, dat de man te velde steeds voorzien is of kan worden van een ration vivres voor twee dagen- Ik stel nu verder den eisch dat te velde de uitrukkende colonnes voor drie dagen geheel vrij, d. w. z. onafhankelijk van hare basis, moeten kunnen zijn; terwijl voor langer tijd buitengewone maat regelen moeten worden getroffen. Wanneer aan dien eisch voldaan wordt, dan zal de tegenwoordige toestand reeds zeer belangrijk verbeterd ziju en men niet telkens, zooals in de laatste jaren het geval was, na een stap vooruit gedaau te hebben, geruimen tijd met bewegingloosheid geslagen of erger nog tot terugkeer gedoemd zijn; men zal dan niet meer, zooals tot nog

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 410