413 3°. Uit de grootte van den terreinhoek kan men dan, zonder schootstafel te raadplegen, den invloed bepalen die deze op de T. zal hebben. Daartoe moet men slechts onthouden hoeveel 1 °/00 de dracht wijzigt op kleine, middelbare en groote afstanden, iets dat ieder bereden officier dient te weten. Is bijv. bij het bergkanon de terreinhoek -j- 3°/00 en.de afstand tot het doel 1600 M., dan geeft dit eene correctie in T. [bij overgang van GL- tot GrKT.- vuur] van 3 X 10 30 M. minder. 4°. Men kan nu den terreinhoek met den opzet meten, en zoo noodig op het quadrant overbrengen. Door dit voordeel bevordert men het spoedig richten zoodanig, dat er geen enkel bezwaar aan het gebruik van het quadrant meer kan kleven. Veronderstel dat van eene batterij slechts één stuk het doel kan zien, dan gaat men als volgt te werk. Het bedoelde stuk richt met de O. H. die gecommandeerd is, terwijl gelijktijdig het quadrant wordt gesteld. Is dit geschied, dan wordt de E. met het quadrant aan gebracht, waarna men den opzet zoodanig verschuift dat men op het doel is gericht. Het aantal °/00, dat de opzet is omhooggegaan of gedaald, geeft de grootte van den negatieven of positieven terreinhoek aan. Dat men eerder een opzet verschuift en afleest dan een libel laat inspelen en afleest, zal ieder met mij eens zijn. Nu zal men terecht beweren dat met het grooter worden der tangenten de daarbij be- hoorende hoeken niet evenredig toenemen. Het verschil dat men daarbij krijgt bedraagt bij een hoek van 5° nog geen half°/o0, en een dergelijke terreinhoek zal wel zeldzaam voorkomen. Bovendien kan men den opzet maar 25°/00 op-of neerschuiven, en dus eigen lijk daarmede een terreinhoek van hoogstens 1° 26' meten, waarbij slechts eene fout van 40" wordt begaan. Nu zal men licht geneigd zijn te vragen, hoe groot worden de richthoeken uitgedrukt in graden en minuten, daar 1 17 zulk een lastig onderdeel is. Deze grootte doet er echter niets toe. Men (l) Ik heb het: steeds als een groote fuut beschouwd om de kanonniers de grootte der hoeken in graden en min. te leeren. Op de schootstafels toch komen alleen graden en on derverdeelingen voor; indien de richter deze op het quadrant kan geven, mag men niet meer vergen. Het verschil tusschen een rariddeel en een noniusdeel gaat hem niet aan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 432