HET REGLEMENT OP DEN INWENDIGEN DIENST DER INFANTERIE. Nadat in het jaar 1887 bij de Algemeene Order N°. 14 de ver schillende exercitie-reglementen op last van het Departement van Oorlog waren uitgegeven, werden deze reglementen eenigen tijd later in het Indisch Militair Tijdschrift behandeld, waarbij gebreken aan getoond, verbeteringen of veranderingen wenschelijk geacht werden. Op gelijke wijze werd in datzelfde jaar bij de Algemeene Order N°. 52 o. m. een nieuw reglement op den inwendigen dienst der infanterie uitgegeven, dat echter, voor zoover ons bekend, nog geene bespre king of behandeling in eenig tijdschrift heeft uitgelokt. Wat hiervan de reden moge zijn Toch zeker niet dat dit reglement volmaakt is en geene gebreken heeft. Wij hebben althans daarin wel het een en ander gevonden, dat naar onze meening verandering of verbetering wenschelijk maakten doen wij daarom aan de redactie van dit tijd schrift het beleefde verzoek de behandeling van bedoeld onderwerp daarin op te nemen. Voor de minder aangename lectuur van eene dorre opsomming onzer aanteekeningen vragen wij gaarne verschooning; de door ons gewraakte artikelen volgen hieronder: Art. 3. a. In den 3en en 4en regel staat: „wanneer eenige mili tairen van gelijken rang of graad zich te zamen bevinden." De uitdrukking „te zamen bevinden" achten wij hier minder goed, omdat hiermede alleen de voorwaarde van het „samenzijn" wordt uitgedrukt, terwijl toch de bedoeling is in alle denkbare gevallen dat deze militairen met elkander in aanraking komen. Militairendie elkaar ergens tegenkomen bijv. bevinden zich niet „te zamen"; hebben zij iets tegen elkaar, wat in weerwil van het voorgeschrevene bij 3 van het reglement van krijgstucht wel eens kan voorkomen, dan zoude, als zij van gelijken rang of graad zijn, de jongste in het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 460