485 -
menschen, laat staan zieken, dragen, trouwens daar, waar het getal
dragers dit slechts eenigszins toelaat, geeft men ook in Engelsch-
Indië de voorkeur aan het vervoer per tandoe boven dat per draag-
dier (kameel of muildier), omdat de bewegingen voor den zieke daar
bij nog onaangenamer zijn.
Ondervinding en oefening zijn noodig om te weten hoe een ge
wonde op te nemen, hem op een draagbaar te plaatsen en hoe hem te
vervoerenbij een en ander komt het minder op kracht dan op
handigheid en geschiktheid aan; het goed dragen zonder schokken
en onnoodige beweging voor den zieke kan er veel toe bijdragen,
om onnoodig lijden te voorkomen en dit kan alleen door oefening
worden aangeleerd. Bovendien moeten de dragers eenigszins op
de hoogte zijn van de behandeling van zieken, zoodat zij een
voorloopig verband kunnen aanleggen en in sommige gevallen niet
geheel hulpeloos zijn; zij moeten bijv. weten dat bij schotwonden
in het hoofd en door de longen de lijder niet mag drinken uit
vrees voor verbloeding en dergelijke zaken meer.
Die wetenschap en die geschiktheid kunnen alleen verkregen
worden door voorbereiding en oefening in vredestijd en daar een
en ander alleen in de hospitalen kan worden verkregen, volgt
daaruit de onvermijdelijke noodzakelijkheid om uit het personeel
van de ziekeninric.htingen zg. ziekendrager-afdeeüngen samen te
stellen; de samenstelling en indeeling van die afdeelingen moet
in tijd van vrede op papier geheel geregeld zijn, om ze bij
mobilisatie onmiddellijk geheel gereed en uitgerust te kunnen doen
uitrukken.
Wanneer men de verplegingssterkte van een bataljon, met inbegrip
van dragers en trein, stelt op 700 hoofden en rekent op 4 0/o zieken
en gewonden, een minimum waar beneden men niet mag gaan en
waarbij dan nog spoedige evacuatie en snelle overbrenging naar
hospitalen of elders op den voorgrond behoort te staan, dan moeten
de sterkte van een drager-afdeeling berekend zijn op het vervoer
van 28 man; de sterkte aan dragers moet dus zijn 112, ingedeeld
in 4 sectiën om bij de compagnieën te worden ingedeeldde geheele
sterkte moet dus bedragen: