488
voorbereid; daar, waar daartoe gelegenheid bestaat, neemt het bij
gedeelten aan veldoefeningen en manoeuvres deel en wordt het daar
toe bij den troep ingedeeldbij mobilisatie wordt de verstrekte klee
ding van een eenvoudig onderseheidingsteeken voorzien.
Naar het mij voorkomt, geraakt men op de aangegeven wijze op
goedkoope en zekere wijze in het bezit van een voldoend en geoefend
personeel voor ziekenverpleging en ziekenvervoer, dat bij mobilisatie
onmiddellijk gereed en geschikt is voor den dienst te velde en waar
voor een reserve aanwezig isevenmin als voor den troepentrein is
daarvoor eene meer op militairen voet geschoeide organisatie, die
ook op grootere kostbaarheid zou uitloopen, een vereischte; de
ondervinding in Britsch-Indië opgedaan toont dat afdoende aan.
Intusschen is met een en ander nog geenszins volledig in de be
hoefte voorzien, want ook de groote trein, bestemd voor den aanvoer
der legerbehoeften van het strand of van de operatiebasis naar het
operatietooneel, moet worden georganiseerd, of de organisatie- daar
van moet zoodanig worden voorbereid, dat ook die trein bij mobili
satie spoedig beschikbaar kan zijn.
Omtrent de capaciteit van dien trein is weinig te zeggeD, men kan
die slechts schatten. Op historische en geographische gronden mag men
echter aannemen dat die in den regel niet meer behoeft te omvatten
dan een voorraad voor een drie- of viertal dagen; moeten krijgsver
richtingen ondernomen worden dieper het binnenland in, dan is een
afzonderlijke voorbereiding en het overbrengen van de basis land
waarts in noodig. Yoor eene brigade, ter sterkte van ongeveer 3000
man, zou men dus voor den grooten trein eene capaciteit van onge
veer 13000 KG-, kunnen stellen.
Ergens in Midden-Java, waar de koelieloonen laag zijn, de bevol
king dicht is en de onkosten dus tot een minimum worden teru<*-
gebracht, moet nu een compagnie transporttrein worden opgericht in
een groot garnizoen aan den spoorweg gelegen, dus voorloopig te
Willem I, later te Magelang.
Meermalen en nu laatstelijk in de reeds vaak genoemde ontwerp
organisatie van den luitenant-kolonel D. Brakel (III, art. 98) is het voor
stel gedaan om het kader voor den trein sapren te stellen uit gepension-
neerde officieren en gepasporteeerde onderofficieren en minderen en zulks