497
der Infanterie" vermeld staan, dient, bij de beoordeeling van de
draagkracht van het Atjehsche buskruit, de daarmee verkregen baan
toch in de eerste plaats vergeleken te worden met de baan, die we
onder geheel dezelfde omstandigheden met het Ned.-Ind. buskruit
verkregen.
Bij de proef werden alle in 101 van net „Aanhangsel" ge
noemde voorzorgsmaatregelen in acht genomen en bovendien de loop
van het gebezigde geweer na de eerste 20 schoten met koud water
afgekoeld.
Er werd geschoten uit één als goed bekend staand geweer; hoe
wel bij de proef op 100 M. met de Ned.-Ind. patronen de schoten
wel wat véél rechts afweken, om het, met het oog op 104 van het
„Aanhangsel", nog streekhoudend te kunnen noemen; doch dit doet
bij het beoogde doel niets ter zake.
Ook van andere kleine gebreken, die het geweer bij de proef soms
nog aangekleefd mochten hebben, heeft de invloed zich nu toch niet
kunnen doen gevoelen, daar de twee banen, die we met elkander
te vergelijken hebben, beide' uit dat zelfde geweer geschoten zijn.
Op verschillende afstanden werden nu door een geoefend schutter
van den schietbok met standvizier, richtende op den onderkant van
een, in het midden eener in vierkamjes van 1 dM2. verdeelde drie
mansschijf N°. 2 zonder figuren aangebrachte roos, telkens eerst 5
schoten gedaan met Ned.-Ind. patronen en de daarmee verkregen
treffers opgenomen en dichtgeplakt, daarna hetzelfde herhaald met de
Atjehsche patronen (zooals we deze kortweg zullen noemen).
De proef begon op 100 M. en werd, daar de met de laatstbedoelde
patronen verkregen treffers hier al zeer laag vielen, vervolgd op 75
en op 50 M., om ten slotte nog een paar schijfbeelden te schieten
op 125 H., waarbij, bij het gebruik van de Atjehsche patronen, ge
richt moest worden op een roos, den bovenkant der schijf in het
midden rakende, ten einde zeker te zijn alle schoten nog te kunnen
opvangen.
Op de hierbij behoorende plaat I zijn de op de verschillende af
standen verkregen schijfbeeldjes in teekening gebracht en uit de af
wijkingen der trefpunten ten opzichte van het mikpunt (M.) hieronder
voor ieder het gemiddeld trefpunt (G.T.) door berekening bepaald: