512 wending beginnende, moet het paard, van het hoofd at opvolgend, al zijn deelen volgens de strekking van dezen boog buigen, bijgevolg zonder afwijking, vooral van de achterhand, den bepaalden boog vol gen, en na het eindigen der ivending insgelijks weder opvolgend zijne deelen in de rechte strekking terugbrengen, ten einde zich alsdan op een lijn, rechthoekig staande op die, welke verlaten is, vooruit te begeven." Yerder, „zoodra het hoofd in de nieuwe strekking is ge komen, houdt de buigende werking der binnen- en het nageven dei- buiten vuist op, enz." De geleider met het voorspan heeft dus de wending volbracht, als de hoofden der voorste paarden in de nieuwe strekking zijn gekomen evenals het wenden van het paard ophoudt, wanneer zijn hoofd in de nieuwe richting is gekomen, zoo eindigt ook het wenden van het stuk, zoodra het voorste gedeelte daarvan in de nieuwe richting komt en worden „na het eindigen der wending insgelijks weder opvolgend zijn deelen in de rechte strekking" teruggebracht, zonder verder com mando, krachtens vroegere bepalingen, krachtens de eigenschappen van het bespannen stuk dus. Dat in de 4e alinea van blz. 15 Sectieschool, luidende: „het com mando „Halt" wordt uitgesproken, als de wending is voleindigd, enz." het woord wending niet kan beteekenen het wenden, en dat die alinea beter geredigeerd zou wezen door bijv. te zeggen „als de stukken weder geheel op de rechte lijn zijn gekomen", zal ieder toegeven, die, als wij, uit de reglementen leest, dat een lichaam van eenige lengte, zij het paard, colonne of bespannen stuk, eindigt met wenden als zijn voorste gedeelte in de nieuwe strekking gekomen is.. Zij, die evenwel uit deze alinea de meening blijven behouden, dat het wenden eerst is geëindigd, als de stukken geheel van den boog af zijn, gelieven ter vergelijking nog de aandacht te vestigen op het bepaalde voor de beweging: sectie rechts om, daarna rechtuit te marcheeren. „Op het commando: „Voor", wordt gehandeld als op dat van: Sectie enz." „Op het commando: „Waarts" wordt de marsch in bataille aan genomen." Het commando: „Voor Waarts" heeft betrekking op een verandering van strekking, waarin men marcheert en geldt na tuurlijk den stukscommandant met het voorspan. Het zou geen zin hebben het uit te spreken op het oogenblik, dat de stukscomman-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 533