523
of niets. Verkrijging van bestreken ruimte is in Europa het eenige
doel van het schieten. Dit is gemakkelijk te verklaren Men zal
zich daar en dit geldt vooral voor het Nederlandsche leger, hetwelk
zich hoofdzakelijk met de verdediging zal moeten bezig houden
veeltijds tegenover een naderenden of zich verwijderenden vijand be
vinden; de trefferruimte is alzoo voortdurend in beweging; zelden,
en dan nog voor zeer korten tijd, zal het doel zich bevinden op den
afstand, waarvoor het vizier is gesteld. Afgescheiden nog van andere
belemmeringen, is het schatten van den afstand, waarop de vijand
verwijderd is, door die voortdurende beweging eene absolute onmo
gelijkheid; het gevechtsveld is bovendien in de diepte met troepen
bezaaid. Licht ziet men iD, dat bij zulk een toestand alles aankomt
op de bestreken ruimte. Een wapen, dat slechts treffen kon op vi-
zierschotsafstand, zou in den Europeeschen strijd geene waarde hebben,
vooral omdat het richten bij den abnormalen geestestoestand zoo
moeilijk is.
Juist omgekeerd alweder in onze oorlogen met Inlandsche volken.
Onze vijand verplaatst zich niet gedurende het gevecht (1), gelijk ik
reeds in het begin van dit opstel gecursiveerd schreef. Hij strijdt
in eene enkele linie, d. w. z. er is slechts één afstand, waarop zich
vijand bevindt. De bestreken ruimte heeft alzoo geene waarde, tref
zekerheid alleen op dien enkelen afstand moet ons alles zijn.
"Wel verandert onze afstand tot den vijand voortdurend door onze
eigene beweging, doch hierdoor verkrijgt de bestreken ruimte niet
meerdere waarde. De vijandelijke doelen zijn te klein, om daarop te
mogen rekenen. Bovendien is het oneindig moeielijker om rekening
te houden met 's vijands verplaatsing (die men dikwijls niet eens
opmerkt, laat staan schatten kan), dan het is om zijne eigene bewe
ging te bepalen; dit laatste, of liever het regelen dier beweging, is
onder de kalme omstandigheden van het Indische gevecht zeer goed
mogelijk zoowel als het den schutters mogelijk is, om met die regeling
eene overeenkomstige vizier verstelling gepaard te doen gaan. Men
voere slechts rationeele voorschriften in op het verspreide gevecht,
wijde aan de beoefening al zijne zorg, eische daarbij een ijzeren disci
pline, passé de oefening veelvuldig toe (ook individueel) op het
(1) Nogmaals zij gezegd, dat ik mij met uitzonderingen niet inlaat.